212
Vanwege het Bestuur van ,.De Leesinrichting” werd
het volgende medegedeeld
Door het, wegens drukke werkzaamheden, ontslag
nemen van den heer C. A. van Ingen, als Secretaris,
werd door het Bestuur, de heer S. van den Brink met
die functie belast, terwijl de heer v. Ingen, die volgens
rooster moest aftreden, bij acclamatie, tot Bestuurslid
werd herkozen.
Zooals bereids in het vorig „Gemeenteverslag” ten op
zichte van de „Leesinrichting” werd medegedeeld, is de
finantieele toestand, dank zij de meerdere inkomsten door
verhuring van lokalen, gunstig te noemen.
Blijkens de, in de Algemeene Vergadering op 17
November 1908, door den penningmeester gedane mede-
deeling, is het bedrag der ontvangen contribution, minder
dan in het jaar 1907, waaruit achteruitgang van het-
ledental valt waar te nemen.
Het Bestuur vertrouwt echter dat, door het in ruimen
kring verspreiden van circulaires, waarin het doel van
de „Leesinrichting” nader is omschreven, het ledental
weder zal toenemen.
Ten opzichte van de bibliotheek, waarvan druk ge-
van Roggen van Nijmegen zijn „Herinneringen aan
Venetië en het eerste Internationale Kunst-Congres”.
„Bijzonderheden uit de jeugd van Mr. Fl. A. Baron
van Hall, 1799, 1800, 1813”, was de titel der lezing, die
Dr. B. Tideman Jzn. uit onuitgegeven familiepapieren
had samengesteld en op 10 Februari voor de leden
kwam houden. Jhr. .1. Feith van Hilversum liet daarop,
na de pauze, een drietal voordrachten van hem zelf
volgen.
Prof. Dr. H. Y. Groenewegen deelde op 24 Februari
zijne indrukken van Amerika en de Amerikanen mede;
Mej. Johanna van Peski droeg na de pauze een frag
ment uit „Lioba” en „Meesters straf’ voor.
Den 9den Maart hield de heer R. Casimir een rede
over „Het lezen van boeken”na de pauze werd
door Mej. Toos Hoog een voordracht van verzen en
proza gehouden.
Den 23sten Maart sloot de heer A. Sunier de rij van
lezingen; hij sprak dien avond over „Sully Prudhomme,
le penseur et l’artiste”.