224
2°. De ’s-Gravenhaagsche Tuinbouwvereeniging, afdeeling
der Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw
en Plantkunde.
heer H. C. Reimers, leeraar aan ’s Rijks Hoogere Land-,
Tuin- en Boschbouwschool te Wageningen, in den winter
1908 voor de leden der Afdeeling gehouden over de
Paardenrassen, werd slechts door zeer weinigen geprofi
teerd.
Gegeven de geringe belangstelling, door de leden in
den afgeloopen winter betoond, meende het Bestuur zich
voor den winter 1908/1909 te moeten onthouden van
het wederom beleggen van aangename en nuttige bijeen
komsten voor de leden.
Het ledental der afdeeling bedroeg op ultimo December
1908, 179. In den herfst van dit jaar werd een cursus
geopend met 28 leerlingen, en wel een 3-jarige tuinbouw-
wintercursus, benevens een 1-jarige cursus in bloem-
kweekerij, met 27 leerlingen. Als hoofd dezer cursussen
trad op de heer E. W. Lindeijer te Kethel en als leeraren
de heeren E. Th. Witte te Leiden en J. H. Hoitingh
alhier. Deze cursussen worden mede door het Rijk, de
provincie Zuid-Holland en de Gemeente gesubsidieerd,
terwijl de Gemeente tevens de school aan het Zieke
kosteloos ter beschikking stelt, en wel 4 avonden per
week, inclusief verwarming en verlichting.
Het aantal bestuursvergaderingen, in dit jaar gehouden,
bedraagt 8, terwijl 5 algemeene ledenvergaderingen
werden gehouden.
De finantieele aangelegenheden zijn gunstig te noemen.
Tal van voordrachten, in verband met den tuinbouw,
werden gehouden, en wel 3 door den Wandelleeraar j
der Maatschappij, met de volgende onderwerpen:
„Het verlaten van bloemplanten”, „Handelsplanten'
en „Cultuur en gebruik van vaste planten”.
Door den heer A. J. Oostdam werd het Arbeidscontract
behandeld, terwijl de heer Th. J. Dinn een lezing
hield over „plantengroei en tuinbouw op de Kanarische
eilanden”.
In den zomer van dit jaar werd door een aantal leden
een 2-daagsche excursie naar Gelderland ondernomen,
welke bijzonder slaagde. Finantieele steun wordt ver-