Byiaee 12 I. BEHEER. t TOESTAND DER WERKEN. II. a. Duinkanalisatie. I In dit jaar werd de ijzeren paralelleiding gelegd overeene lengte van ruim 1000 JI. en op 4 plaatsen in verbinding ge bracht met de bestaande draineerleiding. Om deze werken naar behooren te kunnen uitvoeren en geen overlast van den hoogen waterstand te ondervinden, moesten de achterste spranken en de hoofdader meerendeels gesloten worden ge houden, terwijl ook de spranken A, L en M. getemperd werden. De muren van de verzamelkom werden nagezien en waar noodig hersteld, terwijl een aanvang werd gemaakt met de werken voor de vergrooting van deze kom. Behalve de reeds aanwezige proefputten, welke hoofdzake lijk tot bestemming hebben den waterstand in de Duinen aan te geven en daarvoor maandelijks worden opgenomen, werden in dit jaar meerdere diepboringen verricht teneinde de samen stelling van het dieptewater, voornamelijk met het oog op het chloorgehalte, op verschillende plaatsen van de water- vang te bleven observeeren. VERSLAG omtrent den toestand der werken en den uitslag van de exploitatie der Duinwaterleiding over het dienstjaar 1908. In de plaats van den Heer J. C. Jansen in de Raads vergadering van 1 September 1908 als opvolger van den Heer G. de Wijs tot Wethouder verkozen werd in diezelfde zitting tot lid der Commissie van Bijstand in het Beheer der Duinwaterleiding benoemd de heer F. H. van Malsen. De Com missie bestaat dus thans uit de heerenJ. H. Warneke, H. C. Vegtel, Mr. A. M. de Groot en F. H. van Malsen, onder voor zitterschap van den heer J. C. Jansen, Wethouder voor de Gemeente-Bedrij ven.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1908 | | pagina 267