20 9 Personeel. In Hoofdstuk I is van de mutatie der Hoofden reeds mel ding gemaakt. Uit den aard der zaak waren de benoemingen, overplaatsingen en ontslagen van de onderwijzers en onder wijzeressen aan de gemeentescholen veel talrijker. Ze alle hier in het bijzonder op te noemen, zou te veel plaatsruimte vereischen. Bovendien zijn in tabel D de namen vermeld van het geheele personeel op 15 December 1908. Evenals ten vorigen jare kan de Commissie over ’t alge meen met lof gewagen over ijver, plichtsbetrachting en ge schiktheid van Hoofden, onderwijzers en onderwijzeressen. Evenwel mag hier de opmerking niet worden weerhouden, dat aan enkele scholen de correctie van het schriftelijk werk veel te wenschen overlaat. De Commissie, van meening, dat verbetering der maatschappelijke positie van den onderwijzer bevorderlijk is aan ijver en plichtsbetrachting, is er van over tuigd, dat de voorbeeldige mildheid, bij de laatste salaris regeling door het Gemeentebestuur betoond, voor de onder wijzers en onderwijzeressen een spoorslag zal zijn, om op den goeden weg voort te gaan en hunne verantwoordelijke betrekking, die in de eerste plaats er eene van vertrouwen is, met de meeste nauwgezetheid te blijven waarnemen. Met voldoening vernam de Commissie uit de Raadsdebat- ten, dat ook weldra de Hoofden van scholen en vakonder wijzers met eene salarisverhooging zullen verblijd worden. Waar dan binnen afzienbaren tijd het Haagsche school personeel het hoogst bezoldigde in het geheele Rijk zal zijn, zal het’, de Commissie twyfelt er niet aan, weldra een keurkorps vormen, waarop onze gemeente met trots kan wijzen. Hoewel ook in het afgeloopen jaar weder een aantal be noemingen van vast personeel heeft plaats gehad, blijft de Commissie het betreuren, dat de verslagen der Hoofden nog zooveel tydelyke leerkrachten noemen. Door de hierboven vermelde gunstige tractementsverbeteringen zal de keuze gemakkelijker worden, daar zich in het vervolg de bekwaam- VERSLAG LAGER ONDERWIJS. 2.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1908 | | pagina 460