20 25 gebouw, in niet te verre toekomst en bouw van eene school op een meer geschikt terrein, kan alleen het aan deze school inherente hoofdbezwaar opheffen. Dit hoofdbezwaar is het groote gedruisch, dat bij voldoende ventilatie noodwendig in de aan den drukken verkeersweg, als de Badhuiskade is, grenzende leslokalen wordt onder vonden. Toen de school gesticht werd, lag ze aan den uithoek van Scheveningen, thans op één der drukste punten. De gemeente zoude het terrein, na afbraak der daarop staande schoolgebouwen, wellicht zeer voordeelig kunnen verkoopen, zoodat dit de kosten van den bouw eener nieuwe school, op goedkooper grond opgetrokken, vrij aanmerkelijk zou verminderen. Overweging zoude het verdienen, reeds thans naar een geschikt terrein voor schoolbouw in de nabijheid uit te zien. Schoolhygiëne. De hygiënischtechnische Sub-Commissie bericht Door B. en W. werd der subcommissie als vergaderlokaal aangewezen de leerarenkamer van de Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus aan het Bleijenburg, alwaar de ver gaderingen als regel op den voorlaatsten Vrijdag, voorafgaande aan de maandelijksche vergadering der schoolcommissie, geregeld werden gehouden. Achtereenvolgens werden door de subcommissie behandeld de door de Schoolcommissie om praeadvies in hare handen gestelde, van Burgemeester en Wethouders ontvangen plannen. a. voor verbouwing c. q. verplaatsing van de openbare lagere school der le klasse aan de Roggeveenstraat. Het praeadvies der subcommissie strekte tot het geven van de voorkeur aan verplaatsing der school boven verbou wing, hoewel het voor de verbouwing opgemaakte plan op zich zelf voldoende werd geacht. b. voor stichting van eene school E. op een terrein aan de Hooftskade. Dit onderwerp werd besproken in twee vergaderingen der Subcommissie, tengevolge van de omstandigheid, dat, nadat VERSLAG LAGER ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1908 | | pagina 474