20 VERSLAG over 1908 van den Gemeentelijken Cursus tot opleiding van onderwijzeressen aan de bewaarscholen te 's:Graven hage. Op 1 December 1907 bedroeg het aantal leerlingen van den Opleidingscuisus 80; tusschentijds werden 2 meisjes toegelaten. In den loop van het jaar zijn om verschillende redenen 14 leerlingen vertrokken: 4 wegens ziekte3 wegens verandering van werkkring; 1 voorwaardelijk toegelaten leerlinge der'le klasse werd ontslagen wegens onvoldoende aanleg; 1 ging naar de Kweekschool te Leiden, terwijl 5 onderwijzeressen in het bezit der hoofdakte na langdurig bezoek der lessen op verzoek uit de 4e klasse B werden ontslagen. Bevorderd werden naar de 2e klasse 7naar de 3e klasse 12; naar de 4e klasse A 7 en naar de 4e klasse B 9 leer lingen. Voor de toelatingsexamens, in het begin van September gehouden, meldden zich aan 4 candidaten voor de 3e klasse, van welke 2 tot die klasse en 2 tot de 2e klasse konden worden toegelaten; 5 candidaten voor de 2e klasse, 1 trok zich terug, 8 werden toegelaten en 1 voorwaardelijk voor de le klasse; voor de le klasse 18 candidaten, van welke 6 slaagden, 3 zich terugtrokken, 3 werden afgewezen en de overigen voorwaardelijk toegelaten. Het aantal voorwaardelijk toegelaten leerlingen was ditmaal bijzonder groot; dit was toe te schrijven aan het onvoldoende werk voor Ned. taal (Spraakkunst) en rekenen, door deze candidaten op het examen gemaakt. Aangezien overigens de indruk dezer meisjes niet ongunstig was, werd tot voorwaardelijke toe lating besloten, ten einde door een proeftijd tot Kerstmis te onderzoeken, of die geringe kennis een gevolg was van onvoldoenden aanleg, dan wel van de omstandigheid, dat op de door die candidaten bezochte scholen minder aan die vakken was gedaan. Op 1 December 1908 bedraagt het aantal leerlingen in de le klasse 16; in de 2e klasse 14, in de 3e klasse 24; in de 4e klasse A 19 en in de 4e klasse B (onderwijzeressen met hoofdakte) 14; totaal 87 leerlingen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1908 | | pagina 625