I I 62 Door de Gemeente werden overeenkomsten aangegaan: door G. Gerst van ongeveer 13.87 M2. grond, vóór perceel Plaats no. 27 door Mejuffrouw I. de Jager van ongeveer 3.58 M2. grond, vóór perceel Oog in ’t Zeilstraat no. 18; door J. G. van der Mark van ongeveer 9.04 M2. grond, vóór perceel Westeinde no. 299/299 a\ door J. D. H. de la Fuente van ongeveer 4.82 M2. grond, vóór perceel Zuid-Oost-Binnensingel no. 2/2 a; door M. A. W. Hart hoorn van ongeveer 9.40 M2. grond, vóór perceel Zeestraat no. 54; uitmakende eene gezamelijke oppervlakte van onge veer 3 Aren, 38 centiaren. met A. t, waarbij aan de Gemeente tot wederop zegging het recht wordt verleend tot het plaatsen van een deur, grenzende aan de Lange Lombardstraat aan het noord-oostelijk einde van de overbouwde poort, ten noord westen van het perceel Lange Lombardstraat no. 1/3; met N. C. Kerkhof, waarbij aan de Gemeente tot wederopzegging het recht wordt verleend tot het plaatsen van een deur, grenzende aan de Lange Lombardstraat aan het noord-oostelijk einde van de overbouwde poort ten zuid oosten van het perceel Lange Lombardstraat no. 19; met den Staat der Nederlanden en de Naam- looze Vennootschap Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, waarbij door den Staat aan de Gemeente wordt afgestaan, met bestemming tot straat, eene strook grond, gelegen aan de zuidwestzijde van en langs den Schenkweg en het noord-oostelijk gedeelte uitmakende van de sloot, behoorende tot het Staatsspoorwegemplacement, kadaster Sectie R., no. 603, voor het geheel groot 33 A., en waarbij de Gemeente zich verbindt, om aan den Staat, als vergoeding in de kosten van demping van de sloot en afsluiting van den weg, de helft der kosten van uitvoering, tot een maxi-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1908 | | pagina 63