Byiasje 22
t
Absolute en relatieve verzuimen. De Commissie behandelde
in den loop' van het jaar 11 gevallen van absoluut verzuim
en 121 gevallen .van relatief verzuim, waarvan 86 gevallen
afkomstig waren van den s. o. Arr. I, 45 gevallen van den
s. o. Arr. II, en 1 geval van den s. o. Arr. III.
Vergaderingen. Met uitzondering van 2, werden alle 22 vergade
ringen in het afgeloopen jaar gehouden op de daartoe vast
gestelde tijden. Eén vergadering werd bij gebrek aan werk
zaamheden ni^t uitgeschreven, terwijl die vallende op den 2en
Donderdag in Augustus, in verband met de zomervacantie,
werd verdaagd tot den 4en Donderdag in dienzelfden maand.
Leden. De Commissie tot wering van schoolverzuim in
de le Afdeeling bestaande uit de heeren E. Sieburgh (Voor
zitter), F. Mol, H. J. van der Kraan, mej. M. R. L. D. Doffegnies,
L. P. van der Hej’den, Th. P. Badoux en mej. A. M. Douwes-
Dekker, (secretaresse), ondervond gedurende het jaar 1908
geen verandering in hare samenstelling.
De aftredende voorzitter en secretaresse werden in de
vergadering van 23 April 1908 als zoodanig herkozen.
Oproepingen. Naar aanleiding hiervan werden verzonden
132 oproepingen aan ouders of verzorgers, waarvan 3 hare
bestemming niet bereikten. In 64 gevallen werd aan deze
uitnoodiging, om voor de Commissie te verschijnen, gevolg
gegeven door één der beide ouders. Doorgaans verscheen de
moeder, terwijl in 32 gevallen de vader het verzuim van
zijn kind kwam verantwoorden. Eenmaal kwam het meisje
zelf zich verontschuldigen, wijl de ouders niet in de gelegen
heid waren te verschijnen. Het maximale aantal opgeroepenen
op één avond bedroeg dit jaar 11 en wel op 23 Juli. Opéén
vergadering kwam slechts 1 geval in behandeling.
VERSLAG van de werkzaamheden der Commissie
tot wering van schoolverzuim, le Afdeeling,
over het jaar 1908.
l