I 22 h in 34 gevallen. 2 52 33 29 3 5 9 gevallen. VERSLAG van de werkzaamheden der Commissie tot wering van schoolverzuim, 2e Afdeeling, over het jaar 1908. i De Commissie tot wering van schoolverzuim in de 2e Af deeling heeft de eer ingevolge art. 10 van het Huis houdelijk Reglement voor de Commissiën tot wering van schoolverzuim aan uwen Raad hierbij verslag uit te brengen van hare werkzaamheden over het jaar 1908. De Commissie, samengesteld uit de heeren: G. P. Post, (voorzitter), L. J. van Haastert, W. I. A. van Zant, M. C. Chandon, J. A. Tuijn, J. E. Wassenaar en G. J. N. van der Houven (secretaris), onderging in dit jaar geen verandering. In het verslagjaar werden gehouden 24 vergaderingen. Er kwamen in 223 kennisgevingen van schoolverzuim. De be handeling der 2 laatst ingekomene moest worden uitgesteld tot 1909. Van de in 1907 ingekomen kennisgevingen waren nog 9 te behandelen, zoodat in 1908 behandeld zijn 230 kennisgevingen, waarvan 221 betreffende relatief en 9 be treffende absoluut schoolverzuim. Van of namens de opge- roepenen verschenen er 124, van 9 opgeroepenen waren de adressen niet bekend, zoodat 97 opgeroepenen geen gehoor gaven aan de oproeping. Aan dezen is een schriftelijke waar schuwing gezonden. De uitkomst der gehouden besprekingen en de inlichtingen door de Hoofden van scholen welwillend verstrekt, toonen aan, dat de redenen van het relatief schoolverzuim zijn: armoede gebrek aan schoeisel hulp in huishouden of affaire onverschilligheid der ouders onverschilligheid van de moedei onverschilligheid van den vadei ziekte van het kind onwil van het kind. verrichten van loonarbeid vergissing bestond Onbekend gebleven redenen kwam voor in n r n n n 30 18 6 n r> n n n n

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1908 | | pagina 681