25
4
Op 12 Mei had in eene huishoudelijke vergadering de uit-
deeling der prijzen en getuigschriften aan de daarvoor opge
roepen leerlingen plaats. De jury van beoordeeling van den
winterarbeid bestond voor de afdeeling Bouwkunde uit de
heeren C. H. Peters en J. Verheul Dzn.; voor de afdeeling
Werktuigkundig Teekenen en IJzer-constructie uit de heeren
N. H. Klaassen en H. L. J. Kooper; voor de afdeeling Tuin
bouwkunde uit de heeren: K. Sluyterman en P. Westbroek;
voor de afdeeling Hand- en vormteekenen uit de heeren:
J. Kuiper en P. J. Izeren. Ditmaal kreeg de uitdeeling een
eenigszins ander karakter, daar bij wijze van proef, de uit
reiking binnenskamers plaats had, waar ieder bekroonde
leerling op zijne beurt binnengeroepen en hem door den
Voorzitter de toegekende prijs ter hand gesteld werd. De
Raad acht het behoud der Tentoonstelling van het werk der
leerlingen nuttig en heilzaam, zoo voor leerlingen als publiek.
Men heeft nu met de meer eenvoudige prijsuitdeeling eene
proef genomen. In de groote zaal, waar, gelijk elk voorjaar,
de arbeid der leerlingen tentoongesteld was, bevond zich
eene lijst met de namen der bekroonde leerlingen en ver
kreeg de bezoeker een overzicht van het werk van lederen
leerling in de verschillende afdeelingen.
Ingevolge de in 1902 aan den Raad van Bestuur verstrekte
opdracht, had in het afgeloopen Academiejaar wederom een
wedstrijd plaats, waartoe de baten van het Legaat Vrouwe
Vigelius in staat stelden. In November 1907 verscheen de
oproeping daartoe in de dagblad pers en op 15 April jl. waren
er 47 inzendingen voor gemeld doel in het Academie-gebouw
aanwezig.
Van 13-20 Mei jl. zijn deze in de Academie-zalen tentoon
gesteld, nadat vooraf de Jury, bestaande uit de kunstschilders
F. Jansen, K. Klinkenberg, Willy Martens, F. G. W. Oldewelt,
A. Roelofs, D. de Vries Lam en H. J. van der Weele, daar
over haar oordeel had uitgesproken. In dien wedstrijd werdén
de volgende bekroningen toegekend
In de le Afdeeling: „Voor het strengst geteekend levens
groot pleisterbeeld” werd de uitgeloofde prijs van honderd
gulden toegekend aan Pieter de Zwart alhier, voor zijne teeke-
ning naar den „Slaaf’ van Michel Angelo.
In de 2e Afd.„Voor het best geschilderd levensgroot
naakt-beeld”, werd de uitgeloofde prijs van honderd gulden
toegekend aan de levensgroote vrouwe-figuur „Naakt" van
D. Bautz te ’s-Gravenhage.
Van de inzendingen in de 3e Afd. („Voor het best samen
gestelde schilderij uit de Grieksche, Romeinsche of Bijbelsriie
Geschiedenis”) heeft de Jury geene daarvan den prijs waardig
gekeurd.
VERSLAG ACADEMIE VAN BEELDENDE KUNSTEN.