NOTA betreffende het Koninklijk Instituut van Ingenieurs. Het Koninklijk Instituut van Ingenieurs nam wederom toe in ledental. Telde het volgens het verslag over 1907 op 31 December 1907 5 eereleden, 1 correspondeerend lid, 1250 gewone leden, 469 buitengewone leden, te zamen 1725 leden, waarvan 155 be hoorden tot de Afdeeling Nederlandsch-Indië, op 31 Decem ber 1908 waren deze getallen: 5 eereleden, 1 correspon deerend lid, 1352 gewone leden, 390 buitengewone leden, te zamen 1748 leden, waarvan er 169 behooren tot de Afdeeling Nederlandsch-Indië. De vergaderingen, zoowel van het Instituut als van zijn vakafdeelingen, werden regelmatig gehouden en waren over het algemeen druk bezocht. In het bijzonder geldt dit de jaarltjksche feestvergadering. te Rotterdam gehouden op 18 Juli 1908, waaraan verbonden was een bezoek aan verschillende Gemeentelijke inrichtingen, en aan de stoombooten van de Holland-Amerika-lijn en van de Grimsby-lijn. Op het Xle Internationale Scheepvaartcongres te St. Peters burg werd het Instituut vertegenwoordigd door het lid H. Wortman. 'In de localiteit werd een belangrijke verbetering gebracht door de inrichting van eene nieuwe lees- en vergaderzaal. Behalve de gewone periodieke uitgaven van het Instituut, waaronder het weekblad „De Ingenieur” gaf het Instituut uit een herziening en uitbreiding van verschillende bijlagen uit het Blijvend Gedeelte van het Jaarboekje. Hieronder be hooren de „Veiligheidsvoorschriften voor Electrische Spoor- en Tramwegen” en „Eerste hulp bij ongevallen inhetElectrisch bedrijf’, beide vastgesteld in een vergadering der vakafdeeling voor Electrotechniek. Inzake een geschil tusschen de Gemeente ’s-Gravenhage en de Haagsche Tramwegmaatschapptf werd op verzoek van Burgemeester en Wethouders door den Raad van Bestuur van het Instituut een arbitragecommissie voorgedragen. Bijlage 2

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1908 | | pagina 782