3
372 wikken boter van beneden 16 K.G.
384 16 K.G. toten met289/l0 K.G.
te zamen 956 wikken -boter, uitmakende een totaal gewicht
van ongeveer 11.400 K.G. netto.
Circa 347.000 K.G. aan voorwerpen van verschillenden aard.
3 Visscherij en daarmede verwante bedrijven.
De trawlvisscherij werd ouder gewoonte door de loggers
in de eerste helft van Januari aangevangen door de bommen
in het laatst dier maand en begin Februari. Van 19 25
Januari ondervond de scheepvaart nog al belemmering door
mist; na 25 Januari ruw weer en o.a, op 1 Februaristorm;
verlies aan vischtuig was niet opvallendgeheel vrij blijft
uit den aard der zaak een grondvisscher zelden. Menschen-
ievens zyn bij de uitoefening dezer visscherij niet te be
treuren.
Zy werd uitgeoefend door 20 bommen en 51 loggershet
aantal deelnemende vaartuigen was voor eerstgenoemde soort
een tweetal, voor laatstgenoemde een achttal minder dan in
1907. Steeds blyven de slechte resultaten voortduren, hetgeen
de reeders terughoudt hunne schepen te laten varen, daar
bij de tegenwoordige gemiddelde besommingen en gespaard
blijvende voor groote verliezen van vischtuig, toch nog
groote flnancieele teruggang wordt vastgesteld.
Op bommen is moeilijk bemanning te krijgen voor de
schrobnetvisschery de visschers arbeiden liever op de erven
der reeders voor vast weekloon, waar de arbeid licht is, dan
tegen onzeker loon te gaan varen, waar in de laatste jaren
door geringe vangst het resultaat onvoldoende kan genoemd
worden. Velen, die op andere wijze nog iets weten te ver
dienen, nemen nog liever een fooi van f 43 bij hun verbintenis
voor de haringvisscherij, dan dat zij zich voor de schrobnet
visschery op bommen verbinden.
Sedert het gebruik van stoomspillen (donkeys) algemeen
is geworden, waardoor de exploitatiekosten aanmerkelijk
hooger zijn, waagt zich de reeder steeds minder aan de uit
oefening der trawl- en schrobnetvisschery en de visscher,
aan gemak gewoon, werkt niet mede om als voorheen met
handspil het bedrijf uit te oefenen.
De vorming van bekwame zeelieden, met het oog op hun
beroep als visscher, lijdt daar evenwel onder, daar de winter-
visscherij zich bijzonder eigent als leerschool voor de visschers.
De moraliteit van het opkomend geslacht lijdt daar ook onder,
daar van het maanden achtereen ledigloopen van jongens en
jongelingen geen opvoedende kracht kan uitgaan.
VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. 35