9
schikt voor winkelharing was. Het loon van de visschers was
gedeeltelijk verzekerd door vast weekgeld, zoodat dit voor
hen voordeelig is in den tijd, dat het nog te vroeg is voor
de Shetlandscfie visscherij.
Voor het gereedmaken voor de haringvisscherij werd door
95 loggers en 73 bommen van onze haven gebruikt gemaakt,
tegen respectievelijk 80 en 92 in 1907. Het aantal zou zeker
grooter zijn, indien onze binnenhaven een veilige ligplaats
voor overwinteren aanbood overbrenging van Vlaardingen
naar hier van de geheel afgetuigde vaartuigen brengt weder
kosten met zich en ware het niet, dat te Vlaardingen gebrek
aan gelegenheid bestond om de schepen te hellingen, noodig
voor behoorlijke reparation, dan zou zeer zeker een kleiner
aantal hier zijn gereed gemaakt, hetgeen voor neringdoenden
nadeelig en voor de visschers ongewenscht is.
Aan de haringvisscherij werd deelgenomen door 123 bom
men, 186 loggers, waaronder 6 loggerbommen, benevens
2 stoomschepen. De haringvangst was beduidend minder dan
in 1907. De prijzen waren van het begin af niet bevredigend
en daalden bijna regelmatig; besommingen waren laag ten
gevolge van geringe vangst en lagen marktprijs.
Aan groote schommelingen was dit jaar de markt niet
onderhevig, speculatieve winst bleef dus voor den koopman
achterwege. Van de November-vangst moet hetzelfde ver
klaard worden, hoewel met grond verwacht werd, dat in
Februari en Maart stijging zou plaats hebben met het oog
op den minderen voorraad en de niet hooge inkoopsprijzen.
Dit is voor den handelaar en de reeders, die de haring niet
aan de markt brachten in de hoop later betere prijzen te
maken, een groote tegenvaller; er is van het groote verlies
in 1907 geleden, weinig of niets gedekt geworden. Voor
reeders en visschers is de uitkomst slecht, de gemiddelde
besomming per' bom kon dit jaar op slechts 5200 gulden
gesteld worden, alzoo nog 300 gulden minder dan in.1907,
dat verre van schitterend was. Middenbesomming der loggers
was 7500 gulden.
De vangplaatsen der haring geven geen nieuwe gezichts
punten de visschers volgen den gewonen loop, begin
noordelijk bij Baltasound en Lerwick midden Doggersbank
(,z-g. op en bij het Zand) en einde Zuidelijk Engelsche wal
en binnenzee.
Het nettenverlies was van geringe beteekenis, dank zij het
rij gunstige weer in den zomer en het najaareerst
23 November was er van storm sprake.
Voor rampen is onze visscherij niet geheel gespaard ge
bleven; 7 Juli werd telegrafisch bericht ontvangen,-dat een
map van 23 jaar, ongehuwd, overboord was geslagen en
VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. 35