35 36 De Kamer richtte tot Zijne Excellentie het volgende schrijven: Te zijner tijd werd ook tot onze Kamer het verzoek ge richt steun te verleenen aan de motie, door de Vereeniging van Nederlandsche Werkgevers aangenomen in hare Alge- meene Vergadering van 28 November 1907. Het onderzoek dezer zaak heeft ons geleid tot een eenigszins ander stand punt dan dat door genoemde vereenigingingenomen. Het onmiddellijk resultaat van inwilliging der in deze motie uitgedrukte wenschen zou zijn, dat het nemen van maatregelen om althans enkele oorzaken van het toenemend tekort der Rijksverzekeringsbank weg te nemen,zou worden uitgesteld tot na beëindiging van een uitvoerig onderzoek door deskundigen ingesteld op initiatief, hetzij van Uwe Excellentie, hetzij van de Volksvertegenwoordiging. Wij zouden dit gevolg betreuren. Ongetwijfeld kleven de Ongevallenwet en den maatregelen, te barer uitvoering ge nomen, gebreken aan, die voorziening eischen. Zeer zeker zal een uitvoerig onderzoek moeten voorafgaan aan het aan brengen van wijzigingen om tot wegneming dier gebreken te geraken. En ook onzerzijds komt het wenscheljjk voor, dat dit onderzoek geschiede door personen niet met de uitvoering der Ongevallenwet belast, nu eenmaal twijfel blijkt te bestaan aan de onpartijdigheid van het oordeel van die personen. Door Uwer Excellenties ambtsvoorganger werd in de me morie van toelichting tot het bij Koninklijke Boodschap van 31 October 1907 ingediende ontwerp van wet tot invoering van een nieuw artikel tusschen de artikelen 59 en 60 der Ongevallenwet de wijze aangegeven, waarop één der hoofd oorzaken van het tekort der Rijksverzekeringsbank kan worden weggenomen. In de toelichting tot het ontwerp van Wet tot dekking van het tekort der Rijksverzekeringsbank, ingediend bij Koninklijke Boodschap van 5 December 1907 wordt nog nader aangetoond tot welke bevoorrechting van zelf-risico- dragende werkgevers en risicodragende maatschappijen en De Kamer hield in het afgeloopen jaar acht openbare ver gaderingen. Naar aanleiding van de daarin behandelde onderwerpen wendde zij zich: I. tot Zyne Excellentie den Minister van Landbouw, Nijver heid en Handel naar aanleiding van het verzoek der Ver eeniging van Nederlandsche Werkgevers om steun te ver leenen aan de motie, aangenomen in de algemeene vergade ring van 28 November 1907 van genoemde vereeniging. VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1908 | | pagina 871