39 4 VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE. 121 HOOFDSTUK II. Algemeene Beschouwingen. ik; - 1909 1 De uitgaven werden gedekt door een bijdrage van ƒ400. van het Rijk en een bijdrage van f 4353.73 van de gemeente. Den 24sten Maart 1908 hechtten Burgemeester en Wet houders hunne goedkeuring aan de rekening. In de vergadering van den 8sten Mei 1908 werd de be- grooting van uitgaven voor het jaar 1909 vastgesteld met een eindcijfer in ontvang en uitgaaf van f 6000.en een bijdrage van de gemeente ad f 5600.(Zie Bijlage B). Burgemeester en Wethouders berichtten der Commissie, dat laatstgenoemd bedrag op de gemeentebegrooting voor 1909 beschikbaar werd gesteld. In hare beide vorige jaarverslagen betoogde de Commissie de ivenscheljjkheid van eene krachtige werkzaamheid van het Gemeentebestuur op het gebied van het verbeteren van bestaande woningen, en drong zij aan op het instellen van een gemeentelijken gezondheidsdienst. De zaak van den gemeentelijken gezondheidsdienst be vond zich ook aan het eind van dit verslagjaar nog in een 'stadium van voorbereiding. Inmiddels mag geconstateerd worden, dat de bestaande ontsmettingsdienst, hoewel de omvang van haar werkzaam heid nog veel te gering is, langzamerhand wat beter geoutil leerd is geworden en dat ook het gehalte van het personeel er zeer op vooruit is gegaan. Het speekt echter van zelf dat desniettemin het inrichten van een goed georganiseerden en door eenen deskundige geleiden gemeentelijken gezondheidsdienst nog steeds als een der meest urgente maatregelen in het belang der volks gezondheid moet worden beschouwd, en ten ernstigste wordt door de Commissie betreurd, dat het jaar 1908 is voorbij gegaan zonder dat door het Gemeentebestuur de eerste stap in die richting is gezet. Ook tot eene volledige organisatie van het Gemeentelijk

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1908 | | pagina 956