'1 o 39 II 16 r P i i i h- d van hunne instructie een vuilnisbak of vat te groot en te zwaar achten om in hun wagen te ledigen; wanneer er zich stukken van flesschen, stroo of planken van kisten in bevinden of een naar hun oordeel te groote hoeveelheid van een en ander wordt gereed gezet, weigeren zij dat mede te nemen en is degeen uit wiens huis deze stoffen afkomstig zijn, verplicht ook voor betrekkelijk zeer geringe hoeveelheden, op eigen kosten een extra wagen van de Reiniging te laten komen om die stoffen af te halen. Dat deze vrijheid van de beambten van de Reiniging om het meer of minder van „niet hinderlijke” bestanddeelen zuiver gehouden vuil al dan niet in zijn geheel en onmiddelijk te transporteeren, gepaard aan het verbod aan derden om dit af te halen, uit hygiënisch oogpunt tot zeer ongewenschte toestanden kan leiden, ligt voor de hand. Anderzijds dient erkend, dat het voor de Reiniging groote bezwaren kan medebrengen te groote of te zware bakken, of bakken met een gemengden inhoud van „hinderlijk” en „niet hinderlijk” vuil te moeten ledigen in de gewone asch- en vuilniswagens. Bij de Commissie was mitsdien de vraag gerezen of het, komt de voorgenomen wijziging van art. 21 Algemeene Politieverordening tot stand, niet noodzakelijk zal zijn de „Verordening, regelende het beheer betrekkelijk het ophalen van asch en vuilnis enz.” te herzien in dien zin, dat daaruit duidelijker dan tot nu toe blijke welke soort van stoffen wel en welke nie.t met de gewone vuilniswagens mogen worden medegegeven, alsmede voor welke hoeveelheden van die stoffen een afzonderlijke transportgelegenheid moet worden aangevraagd. Waar laatstgemelde verordening in art. 1 alleen spreekt van asch en vuilnis „van het huishouden afkomstig”, geeft zij dikwijls tot verschillende moeielijkheden aanleiding. Bovendien, het is billijk dat ook asch en vuilnis van bedrijf of industrie afkomstig, vanwege de Gemeente kosteloos wordt weggehaald, tenminste indien de hoeveelheid daarvan niet te groot is. In de praktijk geschiedt zulks dan ook reeds, maar de burgerij kan tot nu toe geen recht doen gelden op kosteloos vervoer van deze stoffen en is dus afhankelijk VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1908 | | pagina 968