39
Naar aanleiding van een klacht over onvoldoende verwar-
43
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.
B. Fabrieken en Werkvlaatsen.
vorig verslagjaar haar wel te willen doen overleggen het
plan, waarnaar de hier te stichten school zou worden gebouwd,
zulks op grond dat zij, zonder kennis te hebben kunnen
nemen van dat plan, niet in staat was in dezen behoorlijk
van advies te dienen. De Hoofdinspecteur deelde daarop
der Commissie mede, dat hij tevergeefs getracht had te
bevorderen, dat van het bedoelde plan inzage zou worden
gegeven. Burgemeester en Wethouders maakten bezwaar
daartegen, op grond dat art. 19, la der Wet tot regeling
van het Lager Onderwijs enkel de goedkeuring van de
Gedeputeerde Staten eischt op de Raadsbesluiten betreffende
de plaats, alwaar een school zal zijn gevestigd, terwijl die
wet voldoende acht dat de plannen voor den bouw eenér
school aan de goedkeuring van den Districtsschoolopziener
alleen worden onderworpen.
De Commissie bleef echter bij hare meening, dat zij in
dezen geen oordeel kon uitspreken zonder het grondplan
dier school te kennen, aangezien dé vorm en de grootte van
liet op de overgelegde situatieteekening aangeduide terrein
niet op zichzelf, maar alleen in verband met hetgeen men
er op bouwen wilde, zouden zijn goed- of af te keuren.
Aangezien nu elke inlichting omtrent dit laatste punt in
dezen geweigerd werd, was de Commissie niet in staat den
Hoofdinspecteur in zake goedkeuring van het Raadsbesluit
tot aankoop van het bedoelde terrein van advies te dienen.
De Commissie wist niet voldoende waaróp zij moest advi-
seeren en onthield zich mitsdien van advies.
Wat betreft het onderzoek naar de toestanden op de scholen
hier ter stede, kan worden medegedeeld, dat de vroegere
woningopnemers in den loop van het verslagjaar gereed
kwamen met het voorloopige onderzoek in de bewaarscholen,
de lagere scholen, de Hoogere Burgerscholen en het gym-
nasium. 100
De sub-Commissie zelve kwam in ditjaar nagenoeg gereed
met het onderzoek in de gemeentelijke bewaarscholen.