39 I 20 VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE. „oplossing van het hierbij betrokken hygiënische vraagstuk „voor onbepaalden tijd zal zijn uitgesloten. „Het mag toch bijna als van zelf sprekend worden be schouwd, dat men den van het abattoir zelf afkomstigen „afval, als huiden, pensen, bloed enz. liefst op het terrein „zelf of in de onmiddelyke nabyheid daarvan moet doen „verwerken. Verwijzing van de hierbij betrokken bedrijven „naar het slachthuisterrein mag dus niet alleen als een „hygiënische, maar ook als een rationeele maatregel aan bevolen worden en het zou ernstig te betreuren zijn, wan- „ueer de beperkte ruimte op het slachthuisterrein oorzaak „werd van bestendiging voor onafzienbaren tyd van de vele „thans nog bestaande hygiënische misstanden op dit gebied. „In het belang der openbare gezondheid meent onze „Commissie mitsdien te moeten aandringen op uitbreiding „der toegezonden ontwerp-verordening tot de overige in „art. 4, 3° der Hinderwet genoemde inrichtingen, waartoe „de noodige terreinen in de omgeving van het openbaar „slachthuis beschikbaar zouden moeten worden gesteld en „aangewezen als slachthuisterrein. Mocht zulks op onover- „komelijke bezwaren afstuiten, dan zou naar ons oordeel „met toepassing van art. 4, 2° der Hinderwet een terrein „van voldoende grootte in de onmiddelyke nabyheid van „het slachthuis moeten aangewezen worden als de plaats „waar de bedoelde inrichtingen mogen worden opgericht „met verbod elders in de gemeente bedryven uit te oefenen „waartoe de oprichting of het gebruik van die inrichtin- „gen vereischt wordt.” Burgemeester en Wethouders kwamen daarna bij den Haad met eene ontwerp-verordening, waarin voor het op richten, hebben of gebruiken, niet alleen van slachterijen en vilderyen, maar ook van penserijen of drogerijen van dierlijke stoffen, huidenzouterijen en inrichtingen bestemd tot bewaring of verwerking van dierlijken afval of bloed (de I laatste met uitzondering van bloedworstmakeryen), het terrein van het Openbaar Slachtshuis werd aangewezen, met verbod die bedryven buiten dat terrein uit te oefenen. Burgemeester en Wethouders deelden by die gelegenheid mede dat het Openbaar Slachthuis waarschijnlijk in den

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1909 | | pagina 1009