39
21
aan vang van 1911 zal kunnen geopend worden en waren
overigens van meening, dat het hierbedoeld verbod niet
toepasselijk behoefde te worden verklaard op rookerijen.
zouteryen en bloedworstmakerijen, daar dergelijke inrichtin
gen hier ter stede niet als afzonderlijk bedrijf voorkomen
en de 'openbare orde, veiligheid of gezondheid niet vereischen
de inrichtingen van dezen aard, die de slagers voor eigen
gebruik hebben, te verbieden.
De Raad stelde de verordening naar laatstbedoeld ontwerp
ongewijzigd vast.
Een klacht over hinder van rook uit den schoorsteen van
een taankokery aan de Katwykstraat had ten gevolge het
bouwen van een nieuwen en hoogeren schoorsteen. Ook
werd de schoorsteen van een strykinrichting aan de Tas-
manstraat op aandrang dezerzijds verlengd, door daarop
een metalen buis van ongeveer 4 M. lengte te plaatsen.
Bij de Commissie kwam een klacht in over het vestigen
van een lompenbewaarplaats in een perceel aan de Lange
Beestenmarkt. Bij een voorloopig onderzoek werd in dat
perceel eene hoeveelheid lompen, beenderen, oud ijzer en
oud papier aangetroffen. De voorraad was toen nog niet
groot, daar de zaak nog maar een paar dagen in dat per
ceel gevestigd was. Intusschen was dus ook hier weder
clandestien eene lompen- en beenderenbewaarplaats opge
richt, zulks nog wel in de nabijheid van de Openbare Lagere
School aan de Lepelstraat. Hoewel de vertegenwoordiger
der betrokken firma verzekerde dat voor deze inrichting
vergunning krachtens de Hinderwet zou worden aangevraagd,
meende de Commissie reeds dadelijk de aandacht van Bur
gemeester en Wethouders op deze bewaarplaats te moeten
vestigen.
De ten dezen aangevraagde vergunning werd door Burge
meester en Wethouders geweigerd en by Kon. Besluit werd
het beroep van den belanghebbende tegen deze weigering
ongegrond verklaard.
Aan den Hoofdinspecteur werd geadviseerd in zake een
aanvrage om vergunning tot het oprichten van eene bewaar-
e» sorteerplaats van lompen in een perceel aan de Nieuwe
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.