i
39
Molstraat. De Commissie was van oordeel, dat deze inrichting
niet beantwoordde aan de eisehen, welke redelijkerwijze
mogen gesteld worden, terwijl slechts door de oprichting
van een geheel nieuw lompenpakhuis aan de bezwaren van
onvoldoende ruimte, gemis van ventilatie, brandgevaar en
gevaar voor het doordringen van stank, stof en onge’dierte
in de belendende woningen ware tegemoet te komen. Mede
met het oog op de ongunstige ligging van het perceel voor
een dergelijke inrichting bestond dan ook bij de Commissie
bezwaar tegen het ,verleenen der gevraagde vergunning,
welke daarna door Burgemeester en Wethouders op grond
van gevaar voor brand en schade aan de gezondheid ge
weigerd werd.
Voorts werd aan den Hoofdinspecteur geadviseerd omtrent
eene aanvrage om vergunning voor een inrichting tot het
bewaren en verwerken van lompen in een perceel aan het
Slop van Willem Klein. Ook deze inrichting liet zooveel
te wenschen over, dat daaraan door het opleggen van
voorwaarden niet was te gemoet te komen en met het oog
op het brandgevaarlijke gebouw, de gebrekkige ventilatie, de
slechte verlichting en de slechte trappen werd het verleenen
der vergunning door de Commissie ten sterkste ontraden.
Op genoemde gronden werd de vergunning door Burge
meester en Wethouders in den aanvang van 1910 geweigerd.
Naar aanleiding van ingekomen klachten werd nog de
aandacht van Burgemeester en Wethouders gevestigd op een
zonder vergunning krachtens de Hinderwet in werking zjjnde
inrichting tot het bewaren van lompen en beenderen, ge
vestigd aan de Elandstraat, en werd aan Burgemeester en
Wethouders in overweging gegeven aan den houder der
vergunning van eene lompen- en beenderenbewaarplaats
aan de Looierstraat nieuwe voorwaarden voor zijn beenderen
bewaarplaats op te leggen. Over laatstbedoelde inrichting
was bij de Commissie zoo dikwijls geklaagd geworden, dat
zij aan Burgemeester en Wethouders meende te moeten
mededeelen, dat hier een voortdurend en streng toezicht
wel zeer gewenscht scheen.
Ten opzichte van een paar zonder vergunning opgerichte
lompenbewaarplaatsen aan de Maliestraat, waarvan in ons
22
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.