39 27 .geven. Met andere woorden, dan kan men niet volstaan „met plannen, die uitloopen op een bouw, zooals die door „de betere soort van bouwondernemers ook wel zonder „gemeentelijk voorbeeld ontworpen zou kunnen worden. „Nu is evenwel bij den grooten woningnood te Scheve- ningen ook aan de mooiste plannen in de richting van het „eerstbedoelde stelsel het groote bezwaar verbonden, dat „niemand van te voren kan zeggen, dat het opschuivings- systeem, waarop men in dit geval by het ter hand nemen „der zoo hoog noodige onbewoonbaarverklaringen zou moeten „rekenen, in casu wel behoorlijk in vervulling zal gaan. „Dat de woningnood te Seheveningen groot is, kan ieder, „die eenigszins met Scheveningsche toestanden bekend is, „uit eigen waarneming bevestigen, maar ten overvloede „meenen wij hier enkele sprekende cijfers te mogen aanvoe gen, welke door ons verkregen zyn uit de bewerking van „de gegevens van het door onze Commissie van 1903 tot „1907 ingestelde systematische woningonderzoek. „Op een totaal van 3461 kleine woningen te Seheveningen „bleken er gedurende den loop van het onderzoek slechts „20 (d. i. 0.75 °/0) onbewoond te zijn. Wy mogen er hier „wellicht aan herinneren, dat met het oog op het aanbren- „gen van verbeteringen, het leegstaan tusschen het vertrek „van den eenen en de komst van den anderen bewoner, en „de wenschelijkheid, dat er eenige keus van woningen zij, „eerst 3 leegstaande woningen voldoende te achten is. „Stelt men verder overeenkomstig art. 118 der Bouw- en „Woonverordening den eisch. dat voor eiken bewoner der „woning 13 M3 luchtruimte aanwezig zij (een eisch, die toch „zeker eer betrekkelyk laag dan te hoog mag genoemd „worden), dan is nog 29,46 van de bovengenoemde wonin gen, na aftrek van het aantal onbewoonde, overbevolkt. ..Niet alleen dus dat er te Seheveningen een te gering „aantal arbeiderswoningen in verhouding tot de bevolking „van dat dorp aanwezig is, maar zelfs by het stellen van „zeer matige eischen blijkt nog een belangrijk percentage „der beschikbare woningen overbevolkt, d.w.z. de bevolking „heeft zich in een te gering aantal woningen bovendien nog veel te dicht opeengehoopt. VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1909 | | pagina 1016