39
31
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.
5
Achtmaal werd door Burgemeester en Wethouders het
advies der Commissie gevraagd omtrent een verbod tot
aanbouw of herbouw van gebouwen op grond, welke ten
gevolge voorafgegane Raadsbesluiten in de naaste toekomst
was bestemd voor den aanleg van straten. Deze bouwverboden
betroffen gronden, gelegen ten N.W. van de Sehenkwetering
aan den hoek van de Gaslaan en de Rottermontstraataan
de Laan van Meerdervoort en de Beeklaan ter hoogte van
het Valkenboschpleinaan het Stationspleinten N.O. van
den Scheveningsehen wegaan het Kerkplein, de Prinse-
straat en de Nobelstraat; aan de Schapenlaan; en aan den
Kanaalweg. Tegen geen dezer bouwverboden, evenmin als
tegen de voorgenomen onteigening krachtens art. 77.4° der
Onteigeningswet van een paar kadastrale perceelen in ver
band met het bouwverbod aan de Laan van Meerdervoort
en de Beeklaan, bestond by de Commissie bezwaar. Zij deed
echter naar aanleiding van één dezer gevallen Burgemeester
en Wethouders opmerken, dat het wenschelijk voorkomt
reeds ten opzichte van „het voorafgaand raadsbesluit”,
waarvan sprake is in artikel 27.1 der Woningwet, het advies
der Commissie in te winnen, daar toch die raadsbesluiten
den grondslag vormen van de bouwverboden en meer nog
lijn gehoord werd, maar dat Burgemeester en Wethouders
van ’s-Gravenhage tegenwoordig blijkbaar de onjuiste
meening zijn toegedaan dat het hooren der Gezondheids
commissie op de hierbedoelde besluiten tot vrijstelling niet
noodig is. Intusschen kwam het der Commissie van veel
belang voor, dat aan het Gemeentebestuur naar aanleiding
van de hier verleende vrijstelling door eene vernietiging
van het desbetreffend raadsbesluit wordt duidelijk gemaakt,
dat op alle verzoeken om achter de rooilijn te mogen bouwen
de Gezondheidscommissie zal moeten worden gehoord. Deze
zaak is, naar het der Commissie voorkomt, daarom van zoo
veel belang, omdat bij het Gemeentelijk Bouw- en Woning
toezicht hier ter stede te weinig tegenwicht gevonden wordt
tegen den aandrang van belanghebbenden om elk ook maar
eenigszins bruikbaar open terrein, voorzooverdatnog tusschen
de bestaande bebouwing aanwezig is, vol te bouwen.