39 44 „pen, terwijl de Gemeente in dezen eerst dan een goed werk „gaat doen, wanneer zij van het schoolbad een onderdeel „van de school maakt en dus de kinderen onder schooltyd „en onder toezicht van de onderwijzers en onderwijzeressen „van de nieuw te stichten inrichting laat gebruik maken. „Hoe moet nu een schoolbad ingericht zijn De sub-Com- missie in wier handen het onderhavig ontwerp werd gesteld „en die bestond uit de leden onzer Commissie, de heeren „Dr. J. G. M Mastboom, Dr. L. Th. van Kleef, C. J. Dikstra, „Joh. Mutters Jr. en J. J. van Nieukerken, vaardigde de „heeren van Kleef en Mutters af naar Amsterdam, ten einde „aldaar de reeds sinds 1901 in werking zynde schoolbaden „te bezichtigen. „De sub-Commissie kwam, mede naar aanleiding van het „te Amsterdam waargenomene, tot de conclusie, dat eene „inrichting voor schoolbaden moet voldoen aan de navol gende eischen: „Het gebouw moet bevatten, behalve een voorvestibule „met tochtafsluiting, eene goed geventileerde centrale vesti- „bule, groot ongeveer 3 bij 9 M„ alwaar de kinderen hunne „overkleeren en klompen uitdoen alvorens in de kleedkamer „te gaan. Er moeten zyn twee kleedkamers, die elk eene „afmeting moeten hebben van minstens 5.25 by 10 M., en „die toegankelijk moeten zijn van uit de centrale vestibule. „Die kleedkamers moeten voorzien zijn van een dubbel „stel kapstokken voor elk kind, alsmede van de noodige „banken, waar de kinderen gedeeltelijk hun goed op kun- „nen leggen. „In die kleedkamers moeten met voorportalen uitkomen „twee privaten, waarvan één met urinoir, welke zoo moeten „zijn geplaatst dat de onderwijzer daarop goed het oog kan „houden „De vloeren dezer lokalen moeten zooveel mogelijk naad loos zijn en de lokalen zelf moeten goed geventileerd „kunnen worden. „De kleedkamers moeten voorts in directe verbinding „staan met de eigenlijke badzaal, welke eene afmeting moet .hebben van 10.80 bij 13.30 M. of 12 M. middenlijn. Hierin moeten zich bevinden 40 badcellen, te verdeelen VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1909 | | pagina 1033