39
55
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.
„Inderdaad, men zou moeilijk op duidelijker wijze kunnen
„demonstreeren, op welk eene averechtsche manier onze
„ontsmettingsdienst staat georganiseerd te worden, dan door
„deze uiteenzetting van het gevaarlijke van een vasten
„medisehen adviseur.
„Want stel het geval, dat naar het oordeel van zulk een
„een medisehen adviseur bij bepaalde ziekten de ontsmetting
„niet op de meest doeltreffende wijze wordt verricht en de
„Directeur der Openbare Reiniging antwoordt hem: wij
„hebben het altijd zoo gedaan en zoo is het goed, dan is
„hier een conflict, dat men niet wenscht te voorkomen door
„de Openbare Reiniging in dezen te stellen onder deskun
dige leiding, maar dat men uit den weg gaat door te zeg-
„gen: wij laten den deskundigen adviseur er ganschelijk
„uit; de Directeur der Openbare Reiniging kan het zelf wel
„afhij zal wel studie maken van de beste methoden en de
„beste instrumenten en hij mag in onvoorziene gevallen ook
„nog wel eens aanloopen bij den Inspecteur van de Volks
gezondheid; deze laatste nu is een adviseur, dien wij niet
„als zoodanig behoeven aan te stellen en die dus ook geen
„hinder van overwegenden aard kan opleveren.
„Als een blinde over de kleuren, zal dan de Directeur der
„Openbare Reiniging, bij wien een meer dan menschelijke
„kennis wordt verondersteld, vrijelijk, d. i. zonder hinder
lijke adviezen van deskundige zijde, kunnen beslissen, en
„zulks in aangelegenheden, waarin zijn onbevoegdheid tot
„oordeelen niet twijfelachtig is.
„Het moet gezegd worden, dat op deze wijze inderdaad
„alle aanleiding tot conflict is opgeheven, maar dan toch
„alleen doordat men al wat op deskundig advies lijkt zorg
vuldig buiten de zaak houdt of onschadelijk maakt; alles
„onder het motto: schoonmaken is de hoofdzaak.
„Is nu schoonmaken het een en het al, zoodat men al wat
„verder behoort tot den arbeid en de zorgen, zelfs maar
„van een ontsmettingsdienst (om niet te spreken van een
„ziektendienst), zonder schade ongedaan kan laten?
„Niemand die het in ernst kan meenen.
„De taak, die te Amsterdam een voornaam deel uitmaakt
„van den dienst op de besmettelijke ziekten, n.l. het opspo-
