39
I
59
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.
„digen dienst of als onderdeel van een „Ziektedienst”.
„Daargelaten de vraag of de taak van den Directeur der
„Openbare Reiniging, zij het op ander gebied, niet minstens
„evenveel omvat als die van den schoolarts, wat evenwel
„geen bezwaar schijnt om dien Directeur te belasten met de
„leiding van den ontsmettingsdienst als zelfstandigen dienst,
„mag hier opgemerkt worden, dat der Commissie nog onlangs
„uit de ontwerp-verordening, regelende de instelling van
„schoolartsen is gebleken, dat men hier in den Haag niet
„zal krijgen één schoolarts zonder meer, maar dat de school
arts ter zyde zal worden gestaan door één of meer assi-
„stent-schoolartsen met de bepaalde bedoeling om den school-
„arts als primus inter pares de leiding toe te vertrouwen
„van het geheele instituut.
„Wel nu, blijkt door de zoo gewenschte en nuttige vereeni-
„ging van de twee bedoelde takken van dienst, de schoolarts
„niet genoeg te hebben aan één of twee assistent-schoolartsen,
„het geneesmiddel voor de kwaal ligt voor de hand en be-
„staat in het aanstellen van een derden assistent-schoolarts.
„Een ander bezwaar van het ontwerp-praeadvies luidt:
„een „Ziektedienst”, die met het ontsmettingswerk zou wor
sen belast, zou de beschikking moeten hebben over perso
neel, paarden en materieel, minder of meer talrijk naar
mate zich minder of meer gevallen voordoen. Iets, waaruit
„volgt, dat over dat personeel en materieel niet steeds be
hoeft beschikt te worden.
„Beter schijnt het derhalve, zegt het ontwerp-praeadvies,
„in de levering van beide te doen voorzien door een ande-
„ren Gemeentedienst, die steeds voldoende manschappen,
„paarden en wagens, en verdere hulpmiddelen tot zijn be
schikking heeft. Voor deze verstrekking is, naar in het
„ontwerp-praeadvies wordt opgemerkt, de dienst der Open-
„bare Reiniging als aangewezen.
„Met deze beschouwing kan onze Commissie zich geheel
„vereenigen, evenwel met deze restrictie, dat wat hetmate-
„neel betreft,’ dit, althans zeer zeker het grootste deel er
„van, toch voor niets anders te gebruiken is dan voor den
„dienst der ontsmetting, zoodat te dien opzichte het ge
bezigde argument veel van zijn kracht mist.
