I I I 39 69 VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE. mogelijke besmetting met cholerabacillen van het gracht water, wanneer werd overgegaan tot spuiing èn den onver- mijdelijken stank bij het stopzetten van het spniien. De Commissie nu was eenstemmig van meening, dat de te ver wachten toeneming van den stank der grachten in dezen het geringste kwaad moest genoemd worden. Met andere woorden, zij achtte stank beter dan cholerabacillen en vreesde ernstiger gevolgen van besmet, dan van stinkend water. Al was toen wellicht reeds besmet Maaswater inge laten geworden, dan was naar haar oordeel zulks nog geen reden om met het spuien door te gaan en zou men alleen dankbaar hebben mogen constateeren, dat het spuien tot nu toe geen nadeelige gevolgen had gehad. De Commissie was dus van oordeel, dat, zoolang het Maas water moest geacht worden te zijn besmet met cholera- bacillen, de grachten niet door het inlaten van water aan de Vijfsluizen zou mogen worden ververscht, tenzij gewij zigde omstandigheden daartoe dwongen. Door de Commissie werd voorts aan Burgemeetser en Wet houders in overweging gegeven om een aanschrijving te richten tot de Hoofden van scholen met aanwijzing wat door hen behoorde te worden gedaan, wanneer zich op school een van cholera verdacht ziektegeval voordeed. De Wethouder van Onderwijs richtte daarna een circu laire tot alle hoofden en directeuren van openbare en bij zondere scholen en onderwijsinrichtingen, waarin werd medegedeeld, dat, mocht zich op de school een geval voor doen, dat aan cholera deed denken, daarvan onverwijld moest "orden kennis gegeven aan het gemakkelijkst bereikbare politiebureau of -posthuis, terwijl de politie dan onmiddellijk z°rg zou dragen voor de komst van een daartoe aangewe zen geneeskundige, die in overleg met het Hoofd of den Directeur voor de verder noodige maatregelen zou zorgen. Burgemeester en Wethouders hadden n.l. intusschen een tweetal geneeskundigen aangesteld, die ten allen tijde be schikbaar zouden moeten zijn om hulp te verleenen in ver- tt'oedelijke choleragevallen en om zoo noodig die gevallen 'oorloopig te behandelen. Op diens verzoek werd aan den Burgemeester geadviseerd

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1909 | | pagina 1058