i 39 77 HOOFDSTUK X. HOOFDSTUK XI. 3. 5. Ten aan zien de Bouw- Leveiis- en genotmiddelen. Hieromtrent hebben wij niets bijzonders mede te deelen de uitvoering van de Woningwet en naar ten opzichte van een der eerste eischen, die aan elke woning mogen worden gesteld. Het hygiënisch belang, verbonden aan een behoorlijke watervoorziening, werd zoo overwegend geacht, dat de Commissie meende te mogen verwachten dat ook van de zijde van hei Gemeentebestuur In den vervolge streng de hand zou worden gehouden aan het bepaalde in 1 van art. 98 der Bouw- en Woon verordening. Het spreekt toch van zelf, dat van reinheid op woning, kleeding en lichaam eerst dan meer algemeen sprake zal kunnen zijn, wanneer als een der eerste eischen op woning- gebied, ook van overheidswege erkend wordt de noodzakelijk heid van een eigen middel tot watervoorziening in elke woning. Een eigen privaat en een eigen duin water kraan, het is toch wel zoo ongeveer het minste wat men zal moeten eischen, wanneer men, ook door middel van aanschrijvingen tot verbetering, wil medewerken tot verheffing van het peil der bestaande minimum-woning. van van de Bouw- en Woon verordening zij verwezen Hoofdstuk II, IV en IX. In het register, bedoeld by art. 27b der Gezondheidswet komen de volgende verordeningen voor. 1. Verordening op de keuring en afslag van den visch van 20 Juli 1858. 2. Instructie voor den Directeur der Openbare Reiniging van 23 Juni 1874. Verordening op de Algemeene Begraafplaats van 12 November 1885. Instructie voor den Opzichter der Algemeene Begraaf plaats van 12 November 1885. Verordening regelende het beheer betrekkelijk het op- VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1909 | | pagina 1066