t
39
I
IN
79
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.
van Kleef, C. J. Dikstra, Joh. Mutters Jr. en J. J. van
Nieukerken.
Het ontwerp gaf genoemde Sub-Commissie aanleiding tot
de navolgende opmerkingen:
1°. Bij een druk gebruik van deze badinrichting zou de
wachtkamer te klein blijken, terwijl het minder wenschelijk
werd geacht een deel der bezoekers te noodzaken in den
gang hun beurt af te wachten.
2°. De complicatie van trappen in stookplaats en in
bergplaats en wachtkamer meende men, dat kon worden
vermeden, waardoor meer ruimte beschikbaar zou komen
en het geheele plan eenvoudiger zou worden.
3°. Kezen er bezwaren tegen de bedekking der badcellen;
men achtte door die bedekking de ventilatie onvoldoende
en men koesterde de vrees, dat de ruimte tusschen de kap en
de afdekking der badcellen een vochtig broeinest zou worden.
4°. Vrees de vraag of het niet wenschelijk zou zijn de
inrichting zoo uit te breiden, dat er ook eene afdeeling
voor vrouwenbaden aan verbonden kon worden; het op
enkele uren van den dag openstellen dezer badinrichting
alleen voor vrouwen, achtte men, vooral met het oog op de
weinige uren, die de vrouwen van den werkman te harer
beschikking hebben, veel minder gewenscht dan een bad
gelegenheid, die voor haar den geheelen dag wordt open
gesteld.
De Sub-.Commissie zocht overleg met den ontwerper der
ingediende plannen en het gevolg daarvan was een gewijzigd
plan, waarop de trappen waren veranderd, de wachtkamer
door het bijtrekken van een gedeelte gang aanmerkelijk
"as vergroot en aan het bezwaar tegen de afzonderlijke
afdekking der badcellen was tegemoet gekomen.
Ten opzichte der afzonderlijke afdeeling voor vrouwen
"ernam de Sub-Commissie, dat vermoedelijk eerlang eene
geheel afzonderlijke Gemeentelijke Volksbadinrichting, enkel
voor vrouwen, te verwachten is.
De Commissie gaf aan Burgemeester en Wethouders in
overweging het gewijzigde plan in de plaats te doen treden
van het toegezonden ontwerp en deelde voorts mede, dat
wanneer het inderdaad in de bedoeling van het Gemeente-