40
8
lo. de historische commissieProf. P. J. Blok, hoogleeraar
te Leiden en de heeren L. J. J. Hageraats, Mr. H. Graaf van
Hogendorp, A. Hoogenraad, Th. Roest van Limpurg en mevr.
W. Hooft Graafland en een lid namens de Vereeniging Die
Haghe, aan te wijzenwaarvoor nader is aangewezen de
heer Th. Morren.
2o. de versieringscommissie, de heeren J. A. Frederiks,
M. Nooijen, Jhr. O. J. A. Repelaer van Driel, Mr. W. J. Snouck
Hurgronje, Mr. F. W. J. G. Snijder van Wissenkerke, A. C.
Sommer en N. van Vliet.
8o. de financieele commissie, de heeren E. Edersheim Bzn.,
J. H. Kann, G. C. F. van der Laan, P. C. M. Philippona,
Jhr. Mr. Dr. W. Roëll.
4o. de perscommissie, de heeren Mr. Joh. J. Belinfante,
Mr. L. J. P. Plemp van Duiveland en Ds. A. J. A. Vermeer.
aan het Binnenhof, daartoe welwillend door den Minister van
Waterstaat beschikbaar gesteld, eene vergadering gehouden
met dames en heeren, die zich, op uitnoodiging van het
Comité, bereid hadden verklaard mede te werken tot de
luisterrijke viering van het eeuwfeest van Neêrlands Onaf
hankelijkheid, in 1913. Nadat het Comité zich geconstitueerd
had en het Haagsch Comité voor Volksfeesten als uitvoerend
Comité was aangewezen, werd besloten een viertal commis-
siën van bijstand in te stellen en wel: een geschiedkundige
commissie, een commissie voor de versiering, een commissie
voor de financiën en een commissie voor de pers.
De Commissiën werden samengesteld als volgt:
Vervolgens werd naast den Burgemeester, E. C. Baron
Sweerts de Landas Wyborgh, Eere-Voorzitter van het
Haagsche Comité van Volksfeesten de Staatsraad i.b.d.,
Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland,
Mr. J. G. Patijn, benoemd tot Eere-Voorzitter.
Mede werd besloten Z. K. H. den Prins der Nederlanden
uit te noodigen het Beschermheerschap te aanvaarden.
Van den Adjudant en Secretaris van Z. K. H. den Prins
der Nederlanden mocht bericht worden ontvangen, dat Zijne
Koninklyke Hoogheid met groote erkentelijkheid het Bescherm
heerschap had aanvaard, terwijl van Mr. J. G. Patijn de mede-
deeling mocht worden ontvangen, dat het Eere-Voorzitter-
schap gaarne door hem werd aanvaard.
De Vereeniging voor Handel, Nijverheid en Gemeentebe
langen verzocht twee leden te willen aanwijzen om zitting
VERSLAG VAN HET COMITÉ VOOR VOLKSFEESTEN.