42 17 VERSLAG ONDERW. AAN SPRAAKGEBR. LEERLINGEN. ’s-Gravenhage, 14 December 1909. Eva van Dantzig. jeugd, dit uit den aard stugge materiaal, te vormen tot oplettende leerlingen, daartoe behoort m.i. een groote toe wijding, geestkracht en bekwaamheid. De groote belang stelling, die de Hoofden der Scholen en de Onderwijzers ook het spreekonderwjjs betoonden, bleek mij spoedig uit allerlei gezegden der leerlingen, waaruit ik kon afleiden, dat hen vragen gedaan waren omtrent de oefeningen op de les. Dat uit deze belangstelling groote medewerking kon ont staan, spreekt wel vanzelf. Te meer kon dit het geval zijn, waar het Scheveningsche dialect nog bijzondere aanleiding daartoe geeft. In het dorp aan de zee bestaat nl. algemeen, li-stamelen. De onderwijzers treden hiertegen zeer op en daar de h niet anders kan verkregen worden dan door adem- halingsbewegingen. is op deze dus in het bijzonder de aan dacht te vestigen. Maar waarom wanneer er toch eenmaal tijd aangegeven wordt waarom dan niet goed te onder wijzen, wat nu half geschiedt. En dan in de juiste termi nologie. Dit lijkt misschien een groot woord, maar de terminologie voor het spreekonderwys is in den grond heel eenvoudig, is in woorden om te zetten, die ook een kind in zich kan opnemen. Ik ben door alle ervaringen te Scheveningen, nog weer versterkt in mijne dikwijls geuite en waar het moest zijn verdedigde meeningdat het spreekonderwijs in de school behoort. Na het dialect eenige opmerkingen omtrent het idioom. Vele voorzetsels worden voor elkaar gebruikt b.v. met 7 bij ip maar, met uit, met naar, in op. Dan uitdrukkingen als een hooge meid, vooreen groote meid een sprong geven. Meer dichterlijkopryzen en kryten ook in vervoeging.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1909 | | pagina 1111