42 21 VERSLAG ONDERW. AAN SPRAAKGEBR. LEERLINGEN. tl of groepen viel niet te denken. Langzamerhand nam het aantal toe, zoodat ik op 1 Juni met 16 spraakgebrekkigen werkte, die echter niet geregeld het onderwijs volgden, en alleen maar kwamen als het hun gelegen kwam. De opkomst bleef treurig, tot ik het besluit nam met de heeren hoofden van scholen te gaan spreken. Gelukkig vond ik groote welwillendheidmaar ook groote verwondering, dat men hun niet had medegedeeld, dat er by het vertrek van Mejuffrouw van Dantzig een andere onderwijzeres in spreken in hare plaats zou komen. Dank zij de hulp van den WelEdelen heer J. L. Hooftman, die my eene schriftelijke mededeeling aan de heeren hoofden gaf, waarin Z.Ed. verklaarde, dat de lessen van Mejuffrouw van Dantzig werden voortgezet door Mej. Brugma, kwam er langzamerhand een zeer gunstige verandering. Het aantal leerlingen klom en bereikte 1 Juli het getal 31. De getrouwe opkomst liet evenwel nog veel te wenschen over. Na de Augustusvacantie kwam daarin een groote verbete ring. Van af half Augustus heb ik dan ook geregeld klassi kaal les kunnen geven, en van dien tijd af, kan gerekend worden dat mijn onderwijs aan spraakgebrekkigen eigenlijk eerst is begonnen. Het aantal verzuimen verminderde sterk, al bleven er nog altijd leerlingen, die zoo nu en dan maar eens verschenen. In September kreeg ik met een andere moeilijkheid te kampende clubs werden te groot, in aanmerking genomen, dat elke les slechts 30 minuten duurt. Toen het zoover kwam, dat er op de eerste club (van 88'/2 uur) elf stotteraars waren, en de andere clubs ook te groot werden, besloot ik er een nieuwe club bij te vormen en wel van 1010*/2 uur. Deze maatregel hielp goed, maar was niet afdoende, want al heel spoedig had ik op de eerste club weder elf stotteraars, terwijl er op de vijfde club 7 waren. De oorzaak hiervan ligt in het feit, dat de meeste hoofden en ouders de leerlingen liever om 8 dan om 10 uur naar de spreekles zenden om te voorkomen, dat zij op school ten achter raken. Half November besloot ik er een vol uur extra by te geven, om althans voor het einde van het jaar wat meer resultaten te kunnen bereiken. De goede gevolgen bleven gelukkig niet uit en dank zij de trouwe opkomst van het meerendeel der leerlingen, kon menigeen als genezen ontslagen worden zooals uit neven- staanden staat blijkt. De indeeling was als volgt: Club A. van 88*/2 uur stotteraars. B. 8*/29 lispelaars en stamelaars.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1909 | | pagina 1115