43
4
HOOFDSTUK IV.
Onteigening.
12. Onbewoonbaarverklaring ingevolge art. 18, 2® lid, der
Woningwet.
Onbewoonbaarverklaring ingevolge art. 18, 2® lid, der
Woningwet behoefde niet te worden toegepast.
18. Toepassing van art. 18, 4® lid a, b en c der Woningwet.
Art. 18, 4® lid, a, b en c der Woningwet werd niet toegepast.
14. Ontruiming en sluiting van onbewoonbaar verklaarde
woningen, met opgave van het aantal gevallen.
Ontruiming of sluiting van onbewoonbaar verklaarde
woningen behoefde niet bevolen te worden.
15. Toepassing van artikel 22 der Woningwet.
Artikel 22 der woningwet werd niet toegepast.
16. Toepassing van art. 25 der Woningwet.
Artikel 25 der Woningwet werd niet toegepast.
17. Onteigening volgens art. 77 der onteigeningswet, onder
scheiden naar gelang art 77, 1®, 2e, 3® en 4® lid, is toegepast;
met vermelding, of de onteigening geschiedde ten name der
Gemeente of van vereenigingen, vennootschappen of stichtingen,
krachtens Raadsbesluit of krachtens Koninklijk besluit.
Onteigening volgens artikel 77 der Onteigeningswet vond
niet plaats.
De Gemeenteraad besloot in zijne vergadering van 26 Juli 1909,
om, met toepassing van artikel 77, 4® lid der Onteigenings
wet ten name van de Gemeente te onteigenen de perceelen,
kadaster sectie A. N. Nummers 63 en 236, begrepen in het
plan, betreffende den aan het Valkenboschplein gelegen grond,
welke by zijn besluit van 28 December 1908, gewijzigd bij
dat van 1 Februari 1909, in de naaste toekomst voor den
aanleg van straten bestemd is.
In verband met bij den Minister van Binnenlandsche Zaken
gerezen bezwaren, om het Raadsbesluit tot onteigening aan
de Kroon ter goedkeuring voor te dragen, is door Burge
meester en Wethouders over de wettigheid van dat besluit
eene briefwisseling met de Gedeputeerde Staten gevoerd.
Op het einde van het jaar was omtrent de goedkeuring
nog geene beslissing gegeven.
Overigens zijn geen besluiten tot onteigening volgens
artikel 77 der Onteigeningswet genomen.
VERSLAG WONINGWET.