45 4 Verzanding der buitenhaven had echter spoedig weder piaats en in Augustus had zich een bank in den buiten havenmond gevormd, waar slechts 2 M. N. A. P. gevonden werd. Ook hierover werd door Burgemeester en Wethouders aan den Minister van Waterstaat geschreven en den 25en September kwam de zandzuiger Rotterdam, in dienst van het Rijk, om bovengenoemde bank op te ruimen. Met gunstige zeegesteldheid werd steeds gewerkt, doch daar de monding der buitenhaven slechts weinig buiten de laagwater strandlijn gelegen is en de zee daar, even als tegen het strand, bijna altijd breekt en branding veroorzaakt, bestaat er zeer weinig gelegenheid tot baggeren en zand- zuigen. Ofschoon de diepte in den mond der buitenhaven op het einde van het jaar minder ongunstig was, bedroeg zij tusschen raai 4 en 6 over de geheele breedte van de vaar geul slechts 2 M. en 2.10 M. N. A. P. Van dezen ongunstigen toestand der buitenhaven ondervonden de reeders ernstig nadeel in den trawltijd, doch vooral in het haringseizoen. omdat de loggers hier niet konden havenen. Wel trachtten dan nog een aantal vaartuigen door middel van veel sleep- kracht de haven binnen te komen, doch dit ging dan veelal gepaard met averij maken en enkele bleven zelfs een geheel tij in de buitenhaven vastzitten op gevaar van, bij invallend ruw weder, alles te verspelen. Veel zand zette zich in den mond der binnenvoorhaven en de baggermolen moest daar met goed weer geregeld baggeren. Behalve de mond was de binnenvoorhaven, zoo ook de binnenhaven, steeds voldoende diep, hoewel daar weder veel slib is ingekomen, dat in 1910 verwijderd zal moeten worden. Voor de sleephellingen werd de slib een enkele maal op geruimd, zoodat het hellingen met hoog water altijd kon geschieden. Gedurende de haringteelt markten hier: 157 loggers en 234 bommen tegen 143 „231 in 1908 en 316 338 1907. De vangsten waren zeer verschillend. De laatste reis was over het algemeen slecht daar toen door zwaar en langdurig stormweer bijna alle schepen met weinig of geen haring thuis kwamen en vele met verlies van de geheele vleet of een gedeelte daarvan. De prijzen waren mooi en veel beter dan verleden jaar. Van de laatste haringreis kwamen hier binnen: 22 loggers en 63 bommen, waarvan 1 logger en naar de Maashavens vertrokken. VERSLAG DER VISSCHERSHAVEN. 1 bom n r> r> 000 n

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1909 | | pagina 1151