47
Het bestuur van de Gememteli/jke Arbeidsbeurs,
J. Patijn, Voorzitter.
A. H. v. d. Vegt, Lid.
noodig oordeelde de meening van alle arbeiders-vereenigingen
hierover te vragen (de meeningen bleken zeer uit een te
loopen, doch waar verschillende vakvereenigingen bezwaar
hadden tegen de gelegenheid tot rechtstreeksche onderhandeling
in de wachtkamers, en hiervan weinig gebruik gemaakPwerd,
is dit gedeelte van den maatregel in 1910 ingetrokken).
De inwendige inrichting werd dit jaar overigens niet ver
anderd, behoudens het aanbrengen van afscheidingen tusschen
de plaatsen, waar de inschrijving geschiedt, en de eigenlijke
wachtkamers. Het onzindelijk gebruik, dat van de wacht
kamer voor niet-vaklieden wordt gemaakt - de wachtkamer
voor vaklieden geeft nooit aanleiding tot dergelijke klacht
I zal wellicht op den duur tot opheffing van deze wachtkamer
I moeten leiden. Het bestuur beproeft nog steeds maatregelen
I om hier verbetering in te brengen.
Evenals vorige malen werd de beurs herhaalde malen
bezocht door belangstellenden uit andere gemeenten, die zich
van hare inrichting ter plaatse op de hoogte kwamen stellen.
Ingevolge art. 6a van het Reglement moest driemaal de
toegang tot de arbeidsbeurs voor zekeren tijd worden ontzegd.
In dit opzicht is verbetering merkbaar: vond art. 6a in 1906
tweemaal toepassing, in 1907 en 1908 was zulks 19 en 13 maal
het geval.
Den 17den November 1908 richtte het bestuur een schrijven
tot Burgemeester en Wethouders om niet langer toe te laten
het plaatsen van vaklieden bij particulieren en bij werkgevers,
die zulke vaklieden niet in dienst plegen te hebben.
Op hetzelfde standpunt plaatste zich de vereeniging van
hederlandsche’ Arbeidsbeurzen met op één na algemeene
stemmen in haar tweede jaarvergadering. Ofschoon zoodanige
Plaatsingen niet vaak voorkomen, acht het bestuur een
wijziging der verordening in bedoelden zin zeer wenschelijk.
fot dusverre is hierover door Burgemeester en Wethouders
?een beslissing genomen.
In verband mét de opdracht tot het inwinnen van inlich-
i'ngen aan den schrijver, moest diens plaats op het kantoor
(er mannen-afdeeling worden aangevuld door aanstelling van
een tweeden klerk. Overigens kwam er in het personeel
geen wijziging.
In het bestuur werd tot plaatsvervangend voorzitter gekozen
■lb A. L. Scholtens, daar de heer Nicolaï wegens drukke
'®btsbezigheden zich genoopt had gezien ontslag te nemen.
5
VERSLAG VAN DE ARBEIDSBEURS.