120
welke op laatstgenoemden datum in de volgende
betrekkingen werkzaam waren en de daarbij vermelde
loonen genoten.
1
Door Burgemeester en Wethouders werden in den
loop van het jaar twee plantsoenwerkers tot bloemist
bevorderd, terwijl aan 6 werklieden in vasten dienst,
die door het bereiken van den zestig jarigen leeftijd
krachtens de eerste alinea van artikel 56 van het
Werkliedenreglement voor ontslag in aanmerking kwa
men, werd vergund om, behoudens tusschentijdsche
opzegging, nog een jaar in dienst te blijven, en wel
Weekloon.
Betrekking.
Minimum. Maximum.
ƒ15.50
J
10.60
1| Timmerman.
2i Boschwachters
Plantsoen werker,be
last met het voeren
van eenden in den
vijver in de Schev.
Boschjes, ook des
Zondags.
2
misten, belast met
i stoken, luchten en
i schermen van de
broeikassen ook op
Zon- en feestdagen
en des nachts.
12i Plantsoenwerkers
4
2.
10
T Bloemist.
1
Loon op
31 Dec. j Bijzonderheden.
1909. I
14.10 I
14.10
>13.—
11.80
>11.20
10.60
13.—
10
11.50
12,90
11.80
tijd. aangesteld voor
de bewaking van
„Houtrust” en de
Westduinen.
14.10
13.526
>12.95 j
12.37s
11.80
14.10
11.80
11.50
13.—
15.20
13
4 Bloemisten
1Bloemist
4: Bloemisten
4
9|
3. Boomkweekers
4
1; Plantsoenwerker
I 15.50 I Tegenwoordige bloe-
3. S tv-*kvalntaf