j
122
1°. Grachten en vaarten.
e. Rivieren, kanalen, vaarten en bybehoorende
werken, als: waterkeeringen, overlaten, lyn-
paden, sluizen, duikers, beschoeiingen, los
en laadplaatsen, bruggen, enz.
dus ruim 3,51% van het voor den gewonen dienst
verwerkte arbeidsloon bedraagt. En het zeer ongunstige
weder, èn het voorkomen van enkele langdurige ziekte
gevallen met doodelijken ailoop, hebben hun invloed
hieromtrent doen gelden, zoodat, alhoewel simulatie
van ziekte beslist niet voorkwam, aan het einde van
dit jaar dit zeer zeker hooge percentage moest worden
genoteerd.
Daar de ongevallen, voorkomende in het plantsoen-
werkersbedrijt, buiten de Ongevallenwet van 1901 vallen,
werd voor het losse personeel, evenals andere jaren,
eene verzekering aangegaan met de Verzekeringsbank
„de Nieuwe Eerste Nederlandsche’k, door welke bank bij
het voorkomen van een ongeval steeds aan hare ver
plichtingen werd voldaan.
De voorbereidende werkzaamheden om tot overdracht
van den grond voor het stratenplan „Wijk VII” te
geraken, werden vanwege die Maatschappij gedaan.
Met de uitvoering van de gemeentelijke werken tot
verbreeding van het Zieken en bouw der basculebrug
vóór de Nieuwe Haven kon onmiddellijk na die over
dracht worden begonnen.
Het baggeren en op diepte houden van de vaarten
en grachten geschiedde in eigen beheer.
Er werd 8530 M3 grond en 18936 M3 bagger
uit de grachten verwijderd.
Van de uitgebaggerde specie werd aan particulieren
verkocht voor een bedrag van f 2930.40, terwijl ten
dienste van de Openbare Reiniging voor een waarde
van f 722.50 en van de Gemeente-Plantsoenen vooreen
waarde van f 30.60 werd afgeleverd.