i I 45 Bepaling van het diastatisch vermogen. I Bij boekweitvet schommelt volgens alhier verrichte waar nemingen, de brekingsindex bij 40° C tusschen 58.061.4. (schaaldeelen boterrefractometer), het joodgetal (na een in- werkingsduur van 30 minuten) tusschen 101.7 110.4, het verzeepingsgetal tusschen 179.8184.7. Bij rijstvet schommelt de brekingsindex bij 40° C tusschen 48.9—53.3. (schaaldeelen boterrefractometer), het joodgetal (na een in werkingsduur van 30 minuten) tusschen 83.1—98.0, het verzeepingsgetal tusschen 189.0—199.0. In het gunstigste geval kan op grond van deze gegevens door bepaling van de brekingsindex worden aangetoond ongeveer 15 van het joodgetal 20 en van het ver zeepingsgetal 15 °/0 rijstmeel in boekweitmeel. Daarentegen toont men in het ongunstigste geval door de brekingsindex en het verzeepingsgetal 50 a 60 °/0 rijstmeel en boekweit meel aandoor het joodgetal is de vervalsching niet te constateeren. Nagegaan is in hoeverre uit de bepaling van het diastatisch vermogen van meel conclusies zijn te trekken omtrent de deugdelijkheid. Het voorschrift voor deze bepaling van Halenke en Möss- linger luidt: 2 gram meel wordt met 100 c.c. water zorgvuldig aangewreven en overgespoeld in een maatkolf van 250 com. Deze vloeistof wordt gedurende 2 uur op 65—70° C verwarmd, daarna even opgekookt en na bekoeling met water op 250 ccm. gebracht. De maltose wordt in het Altraat bepaald. Bij toepassing dezer methode bleek een hoeveelheid meel groot 2 gram in den regel onvoldoende om in het verkregen Altraat een maltose bepaling uit te voeren. Vandaar dat 5 gram meel voor elke proef in bewerking werd genomen. Het maltosegehalte werd bepaald volgens ReischauerKruis en tevens gewichtsanalytisch volgens Allihn—Wein. De temperatuur bleek van grooten invloed op de uitkomsten. Werd eenzelfde meel telkens in duplo bij 65° C en bij 70° C behandeld, dan werden geheel andere uitkomsten verkregen. De proef bij 65° C (64—66° C) uitgevoerd leverde een 2 a 3 maal grootere hoeveelheid maltose op dan, die bij 70° C (69 70° C), zooals de tabel aantoont. Zoo gevoelig bleek de proef voor temperatuursverschillen, een zelfde meel, in twee kolven naast elkaar in een waterbad hangende, nog vrij groote afwijkingen in maltose gehalte vertoonde. Voorts bleek goed en slecht meel bij de zelfde temperatuur ehandeld onderling veel kleiner verschillen in maltose ge- I VERSLAG KEURINGSDIENST VAN EET- EN DRINKWAREN. 48

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1909 | | pagina 1230