48
46
No. 7. Meel uit de niet geschoten korrels van No. 5.
Brood.
XII.
4.7— 4.7
6.2— 9.1
halte te vertoonen dan een zelfde meel bij verschillende
temperaturen behandeld.
Een eenigszins betrouwbare conclusie uit de bepaling van
het diastatisch vermogen te trekken, met betrekking tot de
deugdelijkheid van meel, lijkt mij niet mogelijk en veel
minder nog grenswaarden op te geven voor goed en slecht
meel. Wel ‘kan men in het algemeen aannemen dat meel
met een bij deze proef opleverend hoog maltose gehalte ('als
meel 6) ondeugdelijk is, doch daartoe is een dergelijke tijd-
roovende suikerbepaling in de praktijk niet noodig, omdat
reeds uit de veel grootere snelheid van filtratie de ondeug
de lijkheid van het meel blijkt. Terwijl toch voor de monsters
12, 3, 4, 5 en 7 in ongeveer 16 uur 100 200 ccm. Altraat werd
verkregen, gaf meel No. 6 in 1 a 2 uur reeds 230 ccm. vloeistof.
Diastatisch vermogen.
1
2
3
4
5
6
7
9.7- 9.7
21.5—16.3
6 8— 7.1
8.3— 6.9
25.2—26.5
57—9.3
4.9—7 0
9.0
8.4—6.7
20.1
5.8
No. 5. Meel uit tarwe met schot.
No. 6. Meel uit de geschoten en dubieuze korrels van No. 5.
19.9—19.4
23.0—24 5
41.8—41.8
22.5— 16.7
15.8—16.6
19.4
23.6— 25.6
40.3
8.1—9.1
Om onze kennis te vermeerderen omtrent de samenstelling
van melk- en waterbrood, werden uit een aantal monsters
tarwebloem op het laboratorium brooden gebakken met volle
melk en met water. Om zooveel mogelijk rekening te houd®
met verschillende omstandigheden, welke zich in de praktijk
kunnen voordoen, werd zoowel bloem verbakken meteen laar
als met een hoog gehalte aan vet, terwijl de voor de bereiding
gebezigde melk, wat haar vetgehalte betreft, zeer wissela
Uitvoerig geanalyseerd werden 15 waterbrooden en
melkbrooden.
Eenige dezer onderzoekingen zijn hier in een tabel ov
zichtelijk samengevat.
No. i
VERSLAP KEURINGSDIENST VAN EET- EN DRINKWAREN.
Allihn.
Allihn.
Bij 70» c.
Maltose in procenten.
Reischauer.
Bij 65° c.
Maltose in procenten.
Reischauer.