48 82 elders woonachtige melkveehouder, fabrikant of winkelier, aansprakelijk kon worden gesteld voor waren, welke hy hier ter stede door zijn personeel of anderen, aan zijn begunstigers liet afleveren resp. verkoopen, schijnt dit in den laatsten tijd ingevolge verschillende arresten van den Hoogen Raad niet meer mogelyk. Om dit met een enkel voorbeeld toe te lichten zij vermeld, dat een margarinefabrikant elders woonplaats hebbende, in Juli van dit jaar door het Hof veroordeeld werd tot ƒ25 sub. 5 dagen hechtenis wegens het doen afleveren van margarine van ondeugdelijke samenstelling, terwijl een in September van hetzelfde jaar ingezonden proces-verbaal tegen een anderen elders gevestigden fabrikant voor hetzelfde feit, niet voor vervolging vatbaar is. Blijkens bedoelde arresten moet onder de uitdrukking „doen plegen” worden verstaan „het doen verrichten door een ander, die daarbij uitsluitend als werktuig in de hand van den eigenlijken dader handelt.” Indien een melkverkooper dus, vervalschte melk door zijn knecht laat rondventen of indien een melkveehouder door anderen vervalschte melk aan een melkverkooper laat afle- veren resp. binnen deze gemeente laat invoeren, moet, om den waren vervalscher te kunnen treffen, het bewijs geleverd worden, dat de tusschenpersoon uitsluitend als willoos werk tuig in de hand van den eigenlijken dader heeft gehandeld. Dit bewijs is in den regel niet te leveren. In sommige, zeker niet alle gevallen, en hier heb ik het oog op melkvervalsching, zal de knecht wel weten, dat zijn patroon vervalscht, doch zal om den broode wel genoodzaakt zijn deze vervalschte melk te verkoopen. Practisch komt deze zienswijze dus hierop neer, dat de eigenlijken dader, de patroon, resp. fabrikant, die de uit de vervalsching voortvloeiende finantieële voordeelen plukt, vrij uitgaat, de knecht, resp. winkelier daarentegen, verantwoordelijk wordt gesteld voor de handelingen van zijn chef resp. leverancier. Ik acht het daarom thans niet ondienstig mede te deelen. dat op grond van deze jurisprudentie de navolgende personen zijn ontslagen van rechtsvervolging of tegen hen geen ver volging kon worden ingesteld. N. B. van der Helm, melkveehouder, Voorburg. Jac. van der Laan, melkveehouder, Loosduinscheweg. Melkinrichting „de Vereeniging” (H.Kieven, Zusterstraat 103'- A. L. van Es, melkverkooper, Borsboomstraat. Gebrs. van Dam, margarinefabrikanten, Zwammerdam- J. Bloemendal Zn., Specerijenhandel, Almelo. Door wijziging der verordening kan aan de geopperde be VERSLAG KEURINGSDIENST VAN EET- EN DRINKWAREN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1909 | | pagina 1266