50 19 9 15 1 7 1 1 3 4 3 3 1 1 1 3 14 5 Het maximum aantal paarden, dat tegelijk in dienst was, bedroeg alzoo 191. De termijn voor de levering der paarden te Scheveningen door de firma H. J. v. Weert werd weder voor één jaar verlengd op dezelfde voorwaarden. De geneeskundige behandeling der eigen paarden bleef opgedragen aan den Rijksveearts, den heer H. v. Aken. De gezondheidstoestand der eigen paarden was weder over het algemeen gunstig; in den loop van hetjaarwaren afwisselend 94 paarden ziek, waarvan 27 langer dan een maand. Besmettelijke ziekten kwamen niet voor. Het totaal aantal ziektedagen bedroeg 2944, dus gemiddeld per paard 18 dagen, tegen gemiddeld 20 dagen in 1908, en 19 dagen in 1907. De aard der ziekte was in 22 gevallen kreupelheid. drukwond. verkoudheid. vlotgal. koliek. verwonding oogbal. hoornscheur. steengal. vermagering. weivatontsteking. rheumatische hoefontsteking. borstbuil. stjjfkramp. longontsteking. goedaardige droes, wond. diverse kleine gebreken. Twee paarden (nos. 4 en 157) werden wegens hinderlijke eigenschappen verkocht voor verder gebruik met een op brengst van f 655.—. Overleden zijn de nos. 51, 115 en 135. Ongeschikt verklaard werden de nos. 20, 27, 31, 39, 40, 47> 51, 60, 66, 70, 78, 81, 95, 103, 112 en 121. Tot dusverre bestond de regel om de voor den dienst PAARDEN. T> n y> w r> n n *n r>

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1909 | | pagina 1290