50 Sproeien. Uitgezonderd het Haagsehe Bosch, dat van Rijkswege onder houden wordt, worden alle straten en wegen ook de zooge naamde buitenwegen en de Scheveningsche Boschjes door dezen dienst besproeid. Behoudens eenige uitzonderingen geschiedt de besproeiing met 36 sproeiwagens, voorzien van Millners patent- en 4 met Türcke-sproeiapparaten. Enkele straten, die zeer aan de zon zijn blootgesteld, en verder die verhoogde schelppaden, waar de ligging der brand kranen zulks toelaat, worden uit de hand besproeid door middel van slangen. Ten behoeve van een betere besproeiing op de schelp paden werd het aantal brandkranen op verschillende plaatsen in de stad uitgebreid. Eveneens werden brandkranen bijge plaatst ten behoeve van het vullen van den electrischen sproeiwagen bij verschillende toevallig aanwezige hulpsporen, verbindingsbogen en dergelijke, waarvan voor de vulling moet worden gebruik gemaakt ten einde den tramdienst niet te storen. Het sproeiseizoen ving aan 5 April en duurde tot 13 October; wegens het zeer ongestadige weder was de dienst moeielijk en ongeregeld. Gesproeid werd met geheele of gedeeltelijke kracht op 126 dagen, waaronder 11 Zondagen tegen 181 dagen, waaronder 18 Zondagen in 1908 en 103 dagen, waaronder 17 Zondagen in 1907. In den loop der maand Mei werd de electrische sproei wagen in dienst gesteld. Hiermede werd gesproeid op 52 volgorde der straten van iedere sectie bepaald, zoodat een stelselmatige ruiming verzekerd is. Op deze wijze, èn door de beschikking over posthuizen in alle deelen der stad, alsmede door het kaartenstelsel is het mogelijk onmiddellijk na iederen sneeuwval aan te vangen. Om bij eventueele gladheid dadelijk zand bij de hand te hebben voor strooien werden op 114 verschillende plaatsen in de stad zandkisten geplaatst. 29 SNEEÜWRÜIMING. In 1907 waren gedeelten van dagen herleid tot geheele.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1909 | | pagina 1300