51 2 geen gelegenheid hebben gehad om een reservefonds te vormen, waartoe in tijden van abnormale werkloosheid de toevlucht genomen kan worden. Gevolg daarvan was, dat vele leden een beroep deden op de werkloozenkas, nadat eerst kortgeleden de termijn verstreken was, gedurende welken zij verplicht waren contributie te betalen, alvorens recht op uitkeering te kunnen genieten. Mede daardoor is het niet mogelijk geweest het door den Raad bij begrooting toegestane bedrag van f 3000,niet te overschrijden. Het bestuur heeft zich dan ook genood zaakt gezien zich tot B. en W. te wenden met verzoek den Raad voor te stellen het tekort alsnog bij suppletoire be grooting toe te staan. In den loop van het jaar 1909 zjjn drie werkloozenkassen tot het Gemeentelijk Werkloozenfonds toegetreden, waardoor het aantal aangesloten werkloozenkassen gestegen is tot 17. De nieuw aangesloten werkloozenkassen zijn: de Voorzorg, werkloozenkas voor bouwvakarbeiders, opgericht door de leden van een der afdeelingen van het Haagsche Vakcomité; de typografenvereeniging Leo XIII en de ’s-Gravenhaagsche werkliedenvereeniging. Met eenige bouwvakarbeiders werden besprekingen gevoerd omtrent de oprichting van een werkloozenkas voor bouwvak arbeiders, welke kas buiten elke organisatie, hetzij vak- vereeniging of algemeene werkliedenvereeniging, zal staan en waar alle ongeorganiseerde bouwvakarbeiders zich kun nen verzekeren, indien zij aan de gestelde eischen van bekwaamheid kunnen voldoen. Hoewel de besprekingen aan het eind van het jaar, waar over dit verslag loopt, nog niet tot het beoogde doel had- den geleid, was het toch te voorzien, dat zij tot een gunstig resultaat zouden leiden. Wanneer zoodanige kas in het leven geroepen is, zal het bezwaar, dat sommige vereenigingen nog tegen toetreding tot het Gemeentelijk Werkloozenfonds hebben, ongetwijfeld veel van zyn beteekenis verloren heb ben. Immers door het bestaan van zoodanige werkloozen kassen zullen de ongeorganiseerden, die lust gevoelen zich tegen de kwade kansen van den arbeid te verzekeren, zich niet wenden tot de vakvereenigingen, waarvan zij geen VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1909 | | pagina 1332