52 14 Gedurende de zomervacantie zag ondergeteekende zich overladen met werkzaamheden ter voorbereiding van den nieuwen cursus. Vóór de vacantie waren alle toelatingsexamens gehouden en was de overgang van de leerlingen voor de verschillende vakken en klassen bepaald. Een nieuwe klasse-indeeling en in verband daarmede een nieuw lesrooster moest tot stand komen. Veel hoofdbreken kostte het om alle zeer uiteenloopende gegevens zoo te verwerken, dat een regelmatige gang van zaken na de vacantie gewaarborgd werd. Bij de samenstelling der lesroosters bleek, dat het aantal klassen en in verband daarmede het aantal lokalen ver meerderd moest worden met vijf. Met de bestaande ruimte in het gebouw werd gewoekerd en door inwendige ver bouwing ontstonden gedurende de vacantie vijf nieuwe lokalen, die zeer slecht gelegen w’aren, doch voor berging van leerlingen dienst konden doen. Het aantal lesuren van verschillende leeraren moest op gevoerd worden tot het maximum en bovendien bleken voor den Hoofdcursus drie en voor den voorbereidenden cursus twee nieuwe leerkrachten noodig. Ondergeteekende nam de voorloopige maatregelen voor tijdelijke aanstelling, zoodat het onderwijs den Sen Sept. jl. in vollen omvang kon beginnen. De beschikking op aanvragen tot kostelooze toelating ot plaatsing tegen half schoolgeld volgden pas eenigen tijd later. Aan leerlingen, die in dit opzicht nog in onzekerheid verkeerden, werden voorloopig leermiddelen ter leen gegeven. Zeer wenschelijk zou het zyn, als voor den aanvang van den cursus bekend was, welke leerlingen in aanmerking kwamen voor vrijstelling of vermindering van schoolgeld. De verschafling van leermiddelen, die volgens het leerplan noodig zijn, geschiedde op onbekrompen wyze en ook voor de bibliotheek kon aangeschaft worden, wat de leeraren in het belang van hun onderwijs noodzakelijk achtten. Uit het voorafgaande valt reeds veel af te leiden omtrent het beheer van den cursus. Daaromtrent kan bovendien nog vermeld worden, dat ondergeteekende zich bij voortduring beijverde om den goeden geest in den cursus te handhaven, zoowel onder het personeel van leeraren als onder de leerlingen, dat hij zich om de belangen der leerlingen te bevorderen, waar noodig, in contact stelde met ouders en werkgevers, dat hij, door zelf bij ontstentenis van leeraren als lesgever op te treden, zooveel mogelijk voor den geregelden voort gang van het onderwijs zorgde, VERSLAG GEMEENTELIJKEN HANDELSCIJRSUS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1909 | | pagina 1356