54
9
VERSLAG BEWAARSCHOOL-AKTE-EXAMENS.
1.
3.
OPSTEL (Paedagogisch).
2*/z-4.
Behandel één der onderstaande onderwerpen:
Welke tuchtmiddelen heeft de Bewaarschool tot hare be
schikking en hoe past ge ze toe?
Wat is het doel van het aanschouwingsonderwijs in de
Bewaarschool
„Alle leeren zij spelen”.
Hoe zult ge dat beginsel toepassen bij het werken met
de Fröbelgaven?
Het mondeling en practisch examen en de bewerking
van vorenstaande opgaven, gaven aan de verschillende sub-
commissiën aanleiding tot de volgende opmerkingen
Lezen.
De leesstof werd gekozen uit L. Leopold „Bonte steenen”
A en B. Over ’t algemeen bleken de candidaten den inhoud
van het gelezen stukje goed te hebben begrepen. Enkelen
gaven de strekking van het gelezene zelfs bijzonder goed
weer.
Minder goed was in den regel de beantwoording der
mondelinge vragen, hoewel de Commissie nu en dan de ant
woorden in behoorlijke volzinnen hoorde ge^en.
De ernstigste aanmerking keert zich echter tegen het
technisch lezen, dat by minstens de helft der candidaten
veel te vlug was, ondanks de voldoende voorbereiding en
ondanks waarschuwing.
By enkele candidaten werden meer in ’t bijzonder een
paar onderwerpen van taalkundigen aard behandeld, naar
aanleiding van fouten in het schriftelijk werk. Dan werd
gevraagd naar werkwoordelijke vormen en naar de spelling
van enkele gemakkelyke woorden.
Meer dan eens bleek dan, dat zij de hoofdzaken wel wisten,
doch dat zy niettemin hadden nagelaten hare kennis toe
te passen. De vragen over Aardrijkskunde en Geschiedenis,
ofschoon iets moeilijker dan verleden jaar, werden reeds vrij
wat beter beantwoord; de Commissie waagde ook een enkele
zeer eenvoudige vraag over de bezittingen van Nederland.
Ingevolge de verordening had de onvoldoende kennis van
enkele candidaten op het gebied van Aardrijkskunde en
Geschiedenis dit jaar weer geen invloed op den uitslag. De
Commissie verwacht, dat de candidaten vrij wat beter be*
slagen ten ys zullen komen, als deze bepaling het volgend
jaar vervalt.