54
14
VERSLAG BEWAARSCH00L-AKTE-EXAMEN8.
de Commissie (op)gegeven en moest dooi- de candidaten ge
durende het kwartier van voorbereiding gelezen worden.
Evenals verleden jaar bleken slechts enkele candidaten
in staat de vertelling te rnalqm tot hetgeen zij voor de be
waarschool moet zjjn; zy vertelden eenvoudig en opgewekt
en wisten door eene aanschouwelijke wijze van voordragen
de belangstelling der kinderen te wekken en de klasse tot
het eind te boeien.
De overgroote meerderheid der candidaten echter deelden
den kleinen in beknopten vorm, veelal in onkinderlijke taal,
de zoo juist gelezen stof mede; waren na een kwartier, na
tien minuten soms al aan het eind en begonnen dan met
door de kinderen het gehoorde te laten terugvertellen.
Uit den aard der zaak had dat weinig succesde kleinen
hadden niet geluisterd of niet begrepen en de klasse werd
woelig.
Enkelen wisten door stembuiging en mimiek de vertelling
te verlevendigen; een gebaar bleef een grooteuitzondering,
terwjjl andere middelen om de vertelling aanschouwelijk te
maken bijna niet gebruikt werden.
Naar wisselwerking met de leerlingen werd niet gestreefd;
opmerkingen of vragen der kinderen bijna altijd afgesneden
of niet opgemerkt.
De taal der candidaten was over het algemeen beschaafd;
een enkele maal slechts deden gebrekkige vorm en slechte
uitspraak ernstig afbreuk aan de vertelling.
De Commissie meent er met nadruk op te moeten wijzen,
dat zy het voor aanstaande bewaarschoolonderwjjzeressen
van groot belang acht, dat zij zich gedurende de jaren barer
opleiding meer, dan tot nu toe het geval blijkt, toeleggen
op het vertellen.
Spelen.
Evenals in 1908 luidde de opgave:
„Geef 5 U goed bekende spelen, waarvan minstens drie
nabootsingsspelen”.
Uit dit vijftal werd door de Commissie by den aanvang
der voorbereiding eene keuze gedaan, zoodat de candidaten
zich op slechts één spel hadden voor te bereiden.
Platen en andere hulpmiddelen werden zoo noodig te
barer beschikking gesteld.
De Commissie lette by de beoordeeling vnl. op toon, op
stelling der klasse, verklaring van tekst en spel, voordoen
der bewegingen, uitvoering daarvan door de leerlingen en
contróle op en verbetering van de bewegingen door de
onderwijzeres.