54
16
1.
II.
III.
Teeltenen.
1.
Lezen.
Mevr. M. A. de Kleyn-
IV.
Fröbelles,
V.
VI.
5e. dat voor het mondeling en practisch examen de Com
missie zich zou verdeelen in 6 groepen van 2 leden, één
uit Rotterdam en één uit ’s-Gravenhage, terwijl de Voor
zitter zich weer met de algemeene leiding zou belasten;
6e. dat door de candidaten drie practische lessen zouden
gegeven worden, één in fröbelen, één in vertellen, één in
spelen.
De drie sub-commissiën voor het schriftelijk werk werden
als volgt samengesteld:
Taal. De heeren J. Velthuisen, L. G. v. Randwyk en
K. ter Laan.
Paedagogisch opstel. De dames G. Muhring, G. Lief-
fering en de heer J. W. de Jongh.
De heeren A. W. Stortenbeker Jr. en C. de
Haan en mevr. M. A. de Kleijn—Pennings.
De zes groepen voor het mondeling examen waren:
De heeren L. G. van Randwijk en K. ter Laan
plaatsv. de heeren J. Pouwer en K. Baars.
Hygiëne en zang. Mej. G. Muhring en de heer F. Eter-
nianplaatsv. de heeren H. J. Hijman en H. J. v. d.
Kraan.
Fröbélleer en paedagogiek.
Pennings en de heer J. W. de Jongh; plaatsv. mej.
N. C. Mes en de heer H. J. v. d. Kraan
Mej. G. Lieftering en de heer C. de Haan:
plaatsv. mej. N. C. Mes en mej. A. M. Muns.
Vertellen. Mej. J. M. Berkemeijer en de heer J. Velt
huisen; plaatsv. mej. A. M. Muns en de heer H. J.
Hijman
Spelen. Mej. P. M. Coté en de heer A. W. Storten
beker Jr.plaatsv. de heeren J. Pojiwer en K. Baars.
Nog werd in deze vergadering de aard van het schriftelijk
werk besproken en de rooster voor het mondeling examen,
benevens de regelen van toelating vastgesteld, beide over
eenkomstig die van 1908.
Evenals bij akte A voor de vakken genoemd in Art. 1
sub a en e van het reglement, werd aan genoemde regelen
toegevoegd, dat een onvoldoend cyfer voor het vak hygiëne
geen oorzaak mocht zijn, dat een candidaat niet in bespre
king kwam.
In de 2e vergadering werden de schriftelyke opgaven
besproken en vastgesteld, de afneming van het mondeling
examen bepaald op 18, 19, 21 en 22 October en met hei
toezicht bij het schriftelyk examen belast de Voorzitter met
de leden mej. J. M. Berkemeyer en de heer A. W. Storten
beker Jr. te Rotterdam en mej. G. Muhring en de heer I-
Eterman te ’s-Gravenhage.
VERSLAG BEWAARSCHOOL-AKTE-EXAMENS.
II.
III.