210
de heer P. A. J. Baron de Smeth van Alphen, trad n.l.
als zoodanig toe.
Het Museum werd in 1909 bezocht door 415 betalende
en 212 niet-betalende bezoekers, tegen respectievelijk
256 en 382 in het vorige jaar.
Het grootste aantal bezoekers op één dag was 11
betalenden op 21 Aug. en 20 niet-betalenden op 19 Sept.
Over het gebruik van het Museum kan worden mede
gedeeld, dat een leera&r van de Ambachtsschool te
’s-Gravenhage verlof kreeg, met eene klasse meubel
makers de voorbeelden in het museum te bestudeeren.
De leerlingen der Academie hebben vele studies naar
voorwerpen uit het museum gemaakt. Ook eenige
buitenlandsche verzamelaars met speciale introductie
maakten in het museum eenige dagen achtereen studies.
Door het museum werd aangekocht een fraai in
peerenhout gesneden laat-Renaissance lijstje (Holl. werk
Twee oude stoelen Louis XVI werden in bruikleen
gegeven, terwijl een fragment beeldhouwwerk ten ge
schenke ontvangen werd.
Geregeld werden door den Directeur tijdelijke tentoon
stellingen ingericht.
Door de Commissie van beheer werd besloten tot liet i
opnieuw inrichten der bovenzalen van het museum. I
Deze verbetering kon nog niet plaats vinden, daar over
de geprojecteerde vitrines nog geene overeenstemming
is verkregen.
In het jaarverslag over 1909 van het Schilderkundig
Genootschap „Pulchri Studio" vinden wij o. m. vermeld,
dat als lid zijn toegetreden: 7 donateurs, 2 werkende.
7 buitengewone, 4 societeits- en 3 kunstlievende leden,
te zamen 24 leden; terwijl door overlijden, opzegging
of om andere reden afvielen; 20 donateurs, 5 werkende, 13
buitengewone, 3 societeits- en 10 kunstlievende leden,
te zamen 51 leden.
In de kunstzalen werden achtereenvolgens Tentoon
stellingen en Kunstbeschouwingen, van het Genootschap
uitgaande, gehouden
47 Januari, kunstbeschouwing. Portefeuille van den
heer II. W. van Dolden.
28 Januari, kunstbeschouwing. Portefeuille der wet-1
kende leden.