214 werd 1909 van het Letterkundig Genootschap „Oefening kweekt kennis” wordt medegedeeld, dat de Voorzitter van het Genootschap, de heer J. Margadant, werd vervangen door den heer Dr. Joh. Dyserinck. Ter vervanging van het bestuurslid, den heer W. C. Capel, werd gekozen de heer Dr. C. J. Wijnaendts Francken, terwijl in de vacature, ontstaan door het overlijden van Dr. B. Tide man Jzn., werd voorzien door de benoeming van den heer R. C. Bakhuizen van den Brink. Het aantal leden van het Genootschap bleef stabiel: dat der werkende leden werd met drie vermeerderd. Achtereenvolgens traden o.m. voor de leden opde heer Dr. Joh. Dyserinck, die sprak over den letterkundige Anthony Winkler Prins, alsmede over eenige onuitge geven letterkundige producten van F. Haver Schmidt; de heer Ds. F. van Gheel Gildemeester, sprekende over Potgieter; de heer Dr. A. J. Barnouw, naar aanleiding van de herdenking van Milton’s geboorte vóór 300 jaren de heer Achiel Daled de Piere, van Brugge, die over de kunstschatten van zijn vaderstad sprak; Prof. Dr. H. Brugmans hield eene voordracht over het leven en bedrijf van een stad in de Middeleeuwen; Dr. B. van Rijswijk, van Dordrecht, teekende in korte trekken de ontwikkelingsgang van Napoleon’s loopbaan; de heer Maurits Sabbe, uit Mechelen, gaf een doorwerkte schets van het Vlaamsche proza der 19de eeuw; Dr. J. Schepers tradt op met het onderwerp: „Twee verliefde Hollandsche Dichters, Hooft en Bredero”. Den Isten Maart 1909 vierde het Genootschap zijn 75-jarig bestaan. Op 22 Maart d.a.v., de laatste voordrachtenavond in dit vereenigingsjaar, traden op de heeren Dr. C. J. Wijnaendts Francken en Dr. H. van Gelder; eerstge noemde met „Benjamin Franklinals humorist en moralist’ en laatgenoemde met „Onze Regenten”. Vanwege het' Bestuur van het volgende medegedeeld: Het ledental bleef ongeveer gelijk aan dit van het vorige jaar. De finantiëele toestand is gunstig te noemen: op 1 Januari 1909 was er een batig saldo van f44sd->- De lokalen werden des avonds geregeld bezocht, terwijl van de bibliotheek, die door aankoop van boeken, weder De Leesinrichting

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1909 | | pagina 214