J
227
HOOFDSTUK XL
Landbouw en Veeteelt.
Landbouw.
de Hollandsche
1". De afdeeling s-Gravenhage tan
Maatschappij van Landbouw.
Hoewel eenigszins afnemende, bedroeg liet ledental
der Afdeeling aan het einde van 1909 nog ruim 500.
De finantieele toestand is gunstig te noemende ont
vangsten bedroegen f 1901.37 en de uitgaven f 1499,83,
zoodat de rekening sloot met een batig saldo van f 401,54.
De in het begin van November 1908 aangevangen
9de hoefsmidcursus der afdeeling eindigde ultimo Maart
1910. Aan het eindexamen, dat werd afgenomen door
de heeren J. Laméris, hoofd van den cursus, J. Moubis,
Majoor-paardenarts te Utrecht en C. Fauël, Rijksveearts
te Rotterdam, namen 12 leerlingen deel, die allen het
diploma verwierven. Deze cursus vorderde eene bijdrage
uit de kas der afdeeling van f 219,80. Daar de cursus-
sen in eene blijvende behoefte blijken te voorzien, werd
besloten in den winter 1909/10 wederom een hoefsmid-
cursus te doen houden. Tot dien cursus zijn na gehou
den examen weder een 12-tal leerlingen toegelaten.
De Provinciale Staten van Zuid-Holland en het Hoofd
bestuur der Hollandsche Maatschappij van Landbouw
hebben wederom subsidiën respectievelijk ad f 200 en
i 100 toegezegd, terwijl de Minister van Oorlog weder
eene. smidse in de. Alexander-kazerne alhier beschik
baar stelde.
De 's-Gravenhaagsche Tuinbouwvereeniging, afdeeling
der Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw
en Plantkunde.
Het bestuur bestond uit de volgende heeren: S. R.
'on Franck, voorzitter, Th. J. Dinn, onder-voorzitter,
Spanjaard Lzn., secretaris, W. Nieuwenhuizen, pen
ningmeester, P. v. d. Putte, A. Hartevelt Az., G. Hart-
?rink. R. p. Bonthuis en H. Tennissen, leden van het
bestuur.
Het bestuur is tevens commissie van toezicht op de
’Jkstiiinbouw-wintercursussen en de speciaal-cursussen,