19A
4
VERSLAG GEM. ELECTRISCH BEDRIJF.
VI.
Bedrijf.
Maximumbelastiiig.
De maximum belasting voor het, trambedrijf bedroeg in
het afgeloopen jaar 1450 K.W. en vond plaats in de maand
Augustus; toen bedroeg de maximum belasting voor het
draaistroombedrijf 1990 K.W., te zamen dus 3440 K.W.
De maximum belasting voor den draaistroom viel in Decem
ber en bedroeg 2540 K.W, terwyl in die maand de maximum
J
De bijgaande bedryfsstatistiek geeft wederom een over
zicht der bedrijfsresultaten van maand tot maand, waarbij
bedacht moet worden, dat in de maandstatistiek geen bedragen
voor meterhuur en bijzondere baten zijn opgenomen.
De verkoop van gelijkstroom aan de Tram is over het
afgeloopen jaar iets minder geweest dan over het jaar 1908.
de verkoop van den draaistroom is daarentegen met 25
vooruitgegaan.
De bedrijfskosten daalden van 3,4 tot 3,2 ets.
De gemiddelde opbrengst per eenheid steeg van 9,0 tot
9,8 ets.
Het bedrijfssaldo steeg van 6,2 tot 6,6 ets.
Waar in liet eind van 1908 een belangrijke wijziging in
het tarief plaatsgevonden heeft, waardoor in de eerste plaats
de rabatten aan grootverbruikers belangrijk verhoogd en in de
tweede plaats de prijs van den krachtstroom bij langdurig
verbruik belangrijk verlaagd werd, is het van belang na
te gaan of deze prijsreducties ook een verlaging van stroom
opbrengst tengevolge gehad hebben, gerekend per K.W.
gelijktijdige belasting op de centrale
De maximum-belasting voor den draaistroom heeft bedragen
2540 K.W., of onder aftrek van 60 K.W. eigen verbruik
2480 K.W. op het draaistroom net. De draaistroomopbrengst
bedroeg f 514.040,de opbrengst was dus per gelijktijdige
K.W.-belasting f 208.
Dit cyfer bedroeg in het vorig jaar f 200,-— en in het
jaar 1907 f 195. Deze tariefsverlagingen hebben dus op de
rentabiliteit een gunstigen invloed uitgeoefend.
Aan dit verslag zijn toegevoegd twee grafische voorstellingen,
bylagen d en e, de eerste aangevende de toeneming der aan
sluitingen en aanmeldingen van de bedryfsopening af, zoowel
voor licht als voor kracht, terwijl bylage e aangeeft de in
de centrale geproduceerde eenheden van maand tot maand,
verdeeld over het gelykstroombedryf voor de Tram en het
draaistroombedrijf voor licht en kracht.